Kan straling van
fotonen objecten wegduwen?
Dat
is een interessant gegeven want:
·
dan
zou straling zowel een afduwend als aantrekkend effect tegelijkertijd (kunnen?)
hebben, tenzij in de lengterichting van de bundel een ander effect plaats vindt
als in de breedte van de lichtstraal;
·
zeer
krachtige lasers vernietigen hun doel in plaats van het met geweld weg te
blazen. Straling wordt dus (al dan niet deels) opgenomen. Wat niet opgenomen
kan worden of weer uitgestraald veroorzaakt vernietiging en op zijn minst
beschadiging van het object ten gevolge van de opname van (een deel van) de
aangestraalde straling.
Dit
gegeven lijkt mij ook eens aardig om te bestuderen middels wetenschappelijke
experimenten. Het lijkt mij zeer interessant om objecten (als zij geraakt
worden door krachtige lasers) onder diverse omstandigheden te bestuderen en te
kijken wat de effecten zijn.
Hebben
zij de neiging om aangetrokken te worden tot de straal of juist weggeduwd
bijvoorbeeld. Wat ik zie is dat het door het object heen snijdt of er gewoon
dwars doorheen gaat.
Bij wegduwen zou een verdichting van de bundel –
tenzij de bundel geheel of gedeeltelijk weerkaatst wordt - in de lengte voor de
hand liggen. In dat geval neemt het aantrekkende effect ook toe over het canvas
van straling gezien. Immers de intensiteit neemt toe van de aanwezige straling.
De snelheid van de golf neemt dan blijkbaar ook af. Zijn de fotonen van de golf
dan ook materie geworden met een rustmassa groter dan 0? Want de snelheid is
dan immers lager dan de lichtsnelheid.
De relatieve hoeveelheid straling zorgt voor de
vorming van de baan en positie van objecten in ons universum. Rechtstreekse
fluctuaties in de straling zoals veroorzaakt door onze Maan veroorzaken
effecten als getijden. Zou straling objecten wegduwen dan zou er geen bult
ontstaan bij de getijden maar een “deuk” bijvoorbeeld, een omgekeerde vloed. Ik
spreek dus expliciet over fotonenstraling, overige straling zoals
deeltjesstraling uitgezonden door de Zon bijvoorbeeld bedoel ik niet.
Overigens is het grappig om te overzien dat de werking
van het canvas van straling tussen bijvoorbeeld 3 objecten (Zon, Aarde en Maan)
elkaar in werking (aantrekkingskracht naar het object toe) kan opheffen. Op
enig punt of punten (bij wisselende aantallen objecten) is de
aantrekkingskracht tussen object 1,2 of 3 gelijk.
Zonnewind en zonnezeilen
In samenhang met mijn stellingen neemt dit gegeven
een vreemde plaats in. Er zijn
experimenten aan de gang of reeds al gedaan waarmee met grote zeilen in de
ruimte een object het universum ingeblazen wordt door middel van de zonnewind.
Dit lijkt strijdig te zijn met mijn theorieën. Het
lijkt dat alsof directe fotonenstraling objecten in de lengte afduwt en in de
canvaswerking juist aantrekt. Ik denk dat het met steeds grotere snelheid
verwijderen in de ruimte van een object mede wordt veroorzaakt door
deeltjesstraling (elektronen, protonen e.d.) welke zijn ontsnapt aan de
gravitatie van een ster. De maximale bijdrage in snelheid van een object lijkt
mij in dit geval van deeltjesstraling niet meer te kunnen bijdragen als tot
maximaal ca 500 a 700 km per seconde.
Het lijkt dat door fotonen aangedreven zonnewind dus
niet mogelijk is. Tenzij de materiele samenstelling (dikte en materiaal) van de
zeilen zodanig is dat er (door weerkaatsing) geen - of nagenoeg geen -
“ankerwerking” in de atomen van waaruit het zeil is samengesteld kan optreden.
Om ook nog een object met toenemende snelheid voort te trekken dat
voortgetrokken wordt door het zonnezeil lijkt mij dan op basis van
fotonenaandrijving alleen onder dit soort omstandigheden te kunnen voortkomen.
Het effect zal – in tegenstelling tot de ontelbare andere objecten in de ruimte
- zeer gering zijn. Mijn theorie is dus dat de aantrekking vele malen groter
moet zijn dan onder eventuele speciale en gecreëerde afstotende omstandigheden.
Hoe het ook zij, om te kunnen werken moet de samenstelling van het lichtzeil
voldoen aan de voorwaarde dat de ankerwerking in de atomen van het lichtzeil
dusdanig verstoord is dat er een omgekeerde - dus afstotende (dun, licht en
weerkaatsend) - werking is ontstaan.
Natuurlijk is de relatieve afstand en massa van een
object in de nabijheid of waarvan het zonnezeil zich moet verwijderen van groot
belang. Als je zou starten met uitvouwen, vlak boven de grond hier op Aarde
valt het zeil meteen naar de grond. Je moet dus ver genoeg af zijn van het
object waarvan je afstand wilt nemen. Natuurlijk moet je ook zorgen dat er geen
andere objecten hun gravitationele invloed kunnen uitoefenen op het zeil.
Tevens zal het zeer de moeite waard zijn om te
onderzoeken welke straling er wel en welke er niet door het zeil heen gaat en
tot waar in het spectrum er weerkaatst gaat worden door het zeil.
Net als de ontsnappingssnelheid van fotonen van de
ster moet licht dat ontsnapt van het zonnezeil ook een ontsnappingssnelheid
hebben. Het lijkt mij niet dat een zonnezeil – ook gezien binnen het kader van
mijn theorieën over deze onderwerpen - een negatieve ontsnappingssnelheid van
fotonen kan kennen.
Is dit gegeven van voortstuwing op basis van
fotonen-zonnewind verifieerbaar en/of falsifieerbaar?
Ja, met een of meer krachtige (op kernbrandstof
werkende) laser(s) in de ruimte (of indirect aangestraald via de Aarde, dat is
beter dan rechtstreeks) zouden wij zeer gericht in frequentie variabele fotonenstraling
kunnen loslaten op een zonnezeil. Een hoog energetische laserstraal afvuren
tezamen met de al reeds aanwezige zonnestraling zou natuurlijk een geweldig
onderzoeksperspectief brengen.
Met het zonnezeil wordt een verandering in het ter
plaatse aanwezige canvas van straling aangebracht. Immers achter- en voor het
zeil treedt een verandering in samenstelling in intensiteit van het canvas op
waardoor het effect kan optreden. (Bij zware objecten aantrekking en bij
superlicht – zonnezeil afstoting).
Hoe kunnen fotonen hun snelheid, onder andere die van zichtbaar licht,
bereiken?
Ik heb hier vaak over nagedacht en kan nergens een
antwoord hierover lezen. Voor mijzelf visualiseer ik het als een cumulatieve “superordening”
als gevolg van een evenement dat op grote schaal gebonden fotonen vrijlaat in
de lengterichting van de straal gericht of rondom de bron.
Zoals ik het visualiseer en probeer over te brengen
gebeurt er iets als volgt:
Vanuit de “trigger”, bijvoorbeeld een lamp of andere
oorzaak wordt er straling van verschillende energierijkheid geproduceerd vanuit
een bron. Deze straling van fotonen verdwijnt vanaf de bron in alle richtingen
met de (relatieve) lichtsnelheid onder correctie van de vacuümfactor (straling
die vanuit de bron direct in- of door het object zelf beweegt even buiten
beschouwing gelaten) zoals ik deze elders in dit stuk omschrijf. De fotonen die
uitgezonden worden vanuit de bron komen uit alle richtingen uit de atomen in-
en vanuit de nabijheid van de bron en ook uit de vrije ruimte (het canvas van
straling). Dit canvas zorgt weer voor aanvulling van het evenwicht van fotonen
ter plaatse.
De fotonen worden begrenst in hun snelheid tijdens dit
proces in hoeverre de vacuümfactor dat ter plaatse toelaat. In de
lengterichting kunnen fotonen dus nooit vrij worden in ons universum, simpelweg
omdat zij niet uit de straal kunnen ontsnappen. De onderlinge afstand van de
fotonen in de golf geeft de intensiteit van de straling aan in mijn
voorstelling.
Superordening
of supervrijlating na een evenement volgt altijd na de binding ten gevolge van
de CRSK (afkorting van: Cumulatieve Residuele Sterke Kernkracht - zie nader in
dit stuk-). De Werking van de CRSK zorgt voor het proces van bindingsoptimum
dat altijd actief is.
Kan straling
het effect veroorzaken dat wij “donkere energie” noemen?
Neen, dat kan niet. Donkere energie wordt door een
ander fenomeen veroorzaakt naar mijn stellige overtuiging. In een woord gezegd,
omdat dit buiten het kader van dit artikel valt, schrijf ik dit toe aan een
vacuümwerking. Deze vacuümwerking vormt in het gehele samenspel in ons heelal
een unieke en bijzondere plaats en
belang in de werking hiervan. Voor mijzelf heb ik het voorlopig de term
“anti-singulariteit meegegeven”. Dit betreft een overgangsfase en komt ook
veelvuldig voor in het multiversum. In een ander blogonderwerp heb ik hier al
meer mijn gedachten over laten gaan. Zie de links: https://fredbaumgart.blogspot.com/2015/11/het-vacuum-type-3-anti-singulariteiten.html en https://fredbaumgart.blogspot.com/2018/04/anti-singulariteiten-vervolg.html Voor de goede orde: ik zie donkere energie niet als aan vorm van negatieve
zwaartekracht. In onderwerpen hierna wil ik verder ingaan op wat ik zie als
negatieve zwaartekracht.
Casimireffect
Het hierboven beschreven effect is niet gelijk- of
vergelijkbaar met het Casimireffect of ander effect waarbij de creatie van materie
intern in het universum geschiedt. In het kort gezegd is mijn visie dat de
creatie van materie een reactie is op een (veelvuldig) optredende
4-dimensionale verstoring in de oervorm van het heelal. Zie mijn blogs over
dimensies.
Zwaartekracht, verwar ik geen dingen met elkaar?
Zwaartekracht is een fenomeen, een fundamentele
natuurkracht genoemd, die nog door volop mysterie omgeven is. Is de uitwerking
van de aantrekkingskracht tussen objecten zoals hierboven omschreven hieraan
toe te schrijven?
Er zijn
formules voor om deze onderlinge aantrekkingskracht precies uit te rekenen
(Newton, Einstein).
Tenzij je de straling ziet als factor waardoor deze
"zwaartekracht" zich onderling kan manifesteren, ook tussen objecten,
zal het nog lang een mysterie blijven schat ik in.
Zwaartekracht, een fundamentele natuurkracht? (De relatie 1/r^7 en 1/r^2)
In mijn visie is zwaartekracht geen fundamentele
natuurkracht te noemen omdat het verschijnsel dat wij zwaartekracht noemen naar
mijn overtuiging optreedt als gevolg van een bijwerking van de onderlinge
aantrekkingskracht van bundels van kris kras door elkaar heen bewegende straling.
De oorzaak van optreden van het verschijnsel zwaartekracht ligt hem naar mijn
stellige overtuiging in de residuele werking van de sterke kernkracht in de
atoomkernen (CRSK) op de stralingsdeeltjes (fotonen) waardoor een soort (naar
omstandigheden variabel) effect van toegenomen deeltjes om de kernen ontstaat,
vergelijk het met ijzervijlsel (driedimensionaal) om een magneet steeds verder
van de kern wordt het effect natuurlijk ijler maar blijft de straling zich wel
onderling aantrekken. Hierdoor ontstaat het effect "zwaartekracht" (De relatie 1/r^7 en 1/r^2).
De ankers
van de “zwaartekracht”
De hiervoor genoemde deeltjes in de ruimte van de
atomen zie ik als de "ankers" van waaruit zich het hele
krachtenspel opbouwt die ons universum en het gehele heelal hun werkelijkheid
geven. Zonder deze ankers is er geen heelal mogelijk. In een ander
blogonderwerp ( https://fredbaumgart.blogspot.com/2017/03/zwaartekracht-een-fenomeen-dat-optreedt.html ) ben ik al nader ingegaan op deze “ankers”. De samenstelling van het
soort atoom heeft grote invloed op de werking die deze ankers uitoefenen.
Rondom de atoomkernen beschrijven de elektronen hun
banen op verschillende niveaus. Dit is vaak beschreven en deze
baanverwisselingen (hoger of lager) gaan gepaard met het loslaten of invangen
van een foton. Rondom de kernen moeten er dus altijd en overvloedig fotonen
aanwezig zijn die hun rol in het spel van binden en loslaten vervullen. Dit
vindt in immense aantallen plaats.
Elektromagnetische kracht en zwaartekracht zelfde
verschijnsel?
Ik denk dat zowel
de elektromagnetische kracht als de zwaartekracht beiden overgebracht worden
door fotonen (reikwijdte 1/r^2 afname in afstand). De zwaartekracht wordt
hypothetisch overgebracht door gravitonen waarvan ik denk dat dit overbodig is
te stellen. Vanuit mijn theorieën volgt de verklaring dat ook de zwaartekracht
wordt overgebracht door fotonen. De elektromagnetische golven geven in hun
canvasverband mede het effect.
Dit
houdt in dat beide effecten veroorzaakt worden door de zelfde bron en in feite
een fundamentele natuurkracht zijn. Dit zou inhouden dat er niet vier maar drie
fundamentele natuurkrachten zijn. De sterke- en de zwakke kernkracht en de
elektromagnetische/zwaarte kracht (EZK). De eerste twee op kwantumschaal en de
derde zowel op kwantum- als kosmische schaal.
Dus
licht: - een golf – heeft een elektrische- en een magnetische component die
loodrecht ten opzichte van elkaar bewegen. De magnetische component (ook in de
context van het canvas van straling) is ten zeerste actief bij het optreden van het verschijnsel dat wij “zwaartekracht”
noemen.
Zwaartekracht
emergent?
Wat
wij ervaren als zwaartekracht is het logische gevolg uit de door mij omschreven
effecten van mijn stelling. Het omschreven effect is er aanwijsbaar, niet
alleen, maar ook in de atomen en in het multiversum, (voor de simpelheid even
gesteld dat er geen afwijkende omstandigheden kunnen bestaan tussen universums
onderling bezien). Overal doet zich het effect zich - oneindig precies tot
achter de komma - voor.
Copyright Fred Baumgart
Copyright Fred Baumgart