Vertalen

Fotonen en de bouwstenen van onze werkelijkheid

Fotonen en de bouwstenen van onze werkelijkheid


1. De vreemde eigenschappen van het foton


In het heelal neemt het foton een bijzondere plaats in. Hieronder een opsomming van de belangrijkste eigenschappen zoals ik ze lees is de literatuur:
  • het is massaloos;
  • het laat zich meebuigen in straling onder invloed van objecten en heeft dus ook het kenmerk van massa;
  • vanuit het moment dat het zich gaat voortbewegen doet deze dit (in een vacuüm) meteen met de lichtsnelheid (299.792.458 km per seconde) en die snelheid neemt in het vacuüm ook niet af;
  • in het foton staat de lokale tijd stil. Zelfs al zou het kunnen vervallen dan zou het oneindig lang blijven bestaan.

2. Kan een foton weer worden opgenomen in een elektron en neemt het elektron dan een hogere baan in rond de kern?


Fotonen kunnen ook weer worden opgenomen in bijvoorbeeld de atoomkern of elektronen. Bij de (baan)veranderingen ten gevolge van het opnemen of afstoten van een foton is ook de lading van het deeltje (bijvoorbeeld het elektron) veranderd. Het verschil in lading wordt veroorzaakt door het foton.

Het foton vertegenwoordigt dus een hoeveelheid energie.


3. Hoe komt het waardoor fotonen zich meteen met de lichtsnelheid kunnen voortbewegen?

In een ster ter grootte van onze zon kan het wel 150.000 jaar duren voordat een foton dat in haar kern is ontstaan zich tot de oppervlakte van die ster heeft bewogen en vanuit daar meteen wegschiet de lichtsnelheid. Dit is een vreemde situatie.

Enerzijds heeft het foton in enige wijze lange tijd onderdeel uitgemaakt van het inwendige van de ster en moet dus deel hebben uitgemaakt van de gravitationele kenmerken van deze ster. In die tijd heeft het zich niet voortbewogen met de lichtsnelheid.

Anderzijds neemt het foton afstand van de ster zodra het de oppervlakte heeft bereikt met de snelheid van het licht.

Persoonlijk denk ik dat het niet de exacte lichtsnelheid is maar iets daaronder. Dat ik dit denk doe ik ook op basis van (nog) niet gepubliceerde stukken uit het verleden waarvan ik de tekst nog niet goed genoeg vond of nog niet de relevantie en de samenhang van wat ik nu aan het schrijven ben voldoende overzag.

De fotonen worden in het bovengenoemde geval in massa's uitgezonden als straling. Deze straling wordt omschreven als uitgezonden energie in golven. Een enkel foton zal bij opname in een elektron slechts een ladingverschil en een baanverandering teweeg brengen. Bij het verlaten in massale hoeveelheden in de vorm van straling treedt het verschijnsel van het aannemen van een hoge snelheid in werking. Ik noem deze snelheid gemakshalve op deze plaats even de lichtsnelheid.

Blijkbaar zetten de fotonen zich af tegen elkaar in deze golven wel op een zodanige wijze dat dit zich uit in het afstoten met hoge snelheid. In dit verschijnsel van elkaar afstotende fotonen die blijkbaar niet in elkaar opgaan moet dus veel energie bij betrokken zijn.


4. De interactie van het elektron en het foton bij het innemen van een lagere baan om de kern

Een foton ontleent dus zijn - vrije - bestaan onder andere aan het wisselen van baan - in een lagere - van een elektron. Ook kan een foton weer worden opgenomen in materie, het foton is dan blijkbaar weer gebonden.

Het is wetenschappers gelukt om met behulp van laserstralen die in een wolk cesiumatomen werden geschoten een lichtgolf zeer sterk te vertragen. Zelfs is het geleerden gelukt ook in het laboratorium met behulp van superkoeling van maar een fractie boven het absolute middelpunt het licht voor een fractie van een seconde kort stil te zetten, zo heb ik gelezen.

Straling moet dus wel een heel bijzondere plaats in het heelal innemen. Refererend aan de paradox waarover ik in mijn vorige berichten uitgebreid heb bericht is er in het krachtenspel van stilstand (dus ook van tijd) en de absolute snelste snelheid (die van licht) waarvan in de deeltjes zelf, de fotonen, de tijd stil staat. Om de lichtsnelheid te bereiken is een oneindige hoeveelheid energie benodigd. (Zie de grafiek van de gamma-factor).


De gamma-factor, op de X-as de snelheid. De Y-as geeft weer de benodigde energie op logaritmische schaal. c is de lichtsnelheid. De blauwe lijn zal nooit de verticale lijn van c raken (hiervoor is oneindige energie nodig).    

Het geheel geeft in ons universum in onze dimensies lengte, breedte, hoogte en tijd een bijzondere situatie en status die essentieel is voor onze werkelijkheid waarin wij leven. In ons universum komen onder andere in zwarte gaten plaatsen voor waar de tijd (nagenoeg) stil staat door de enorme druk in het inwendige. Ik stel nadrukkelijk nagenoeg omdat er kennelijk aan de polen "ventielen" tot ontwikkeling komen van waaruit gebundelde straling weer het heelal in schiet.

Buiten het vrijkomen van fotonen bij het vervallen van een elektron in een lagere baan rond de kern ontstaat er ook straling bij het verval van atomen in de kern, de zogenaamde zwakke kernkracht.

Straling en (ook) - nagenoeg- stilstaande materie zijn dus onverbrekelijk met elkaar verbonden en moeten dus wel uit dezelfde "bouwstenen" bestaan. Objecten zijn naar mijn mening niets meer- en minder dan plaatselijke samengeklonterde straling. Ik ben hierover in mijn oorspronkelijke theorie en mijn latere berichten uitgebreid ingegaan.

Als ik mij in mijn gedachten verbeeld dat alle materie in ons universum weer uiteen getrokken wordt tot hun oorspronkelijke bouwstenen dan zal dat een enorme hoeveelheid van fotonen zijn. Een hoeveelheid waarin een latente aanwezigheid van alle materie van ons dan voormalige universum moet bevinden. De fotonen in deze staat hebben geen massa meer. Hierover later in dit stuk meer.


5. Hoe kijk je tegen de hiervoor beschreven situatie aan en wat houdt dit in?

Allereerst lijkt het alsof er een situatie van evenwicht is ontstaan. Maar dat is natuurlijk allerminst zo. In deze plaatselijke situatie is ons hele universum met haar geschiedenis tot dan toe opgeslagen. Een geweldige hoeveelheid energie wordt door deze staat vertegenwoordigd aldus. Je zou namelijk ook in je gedachten de bouwstenen weer terug kunnen laten klonteren totdat ons universum met haar objecten weer present zijn.        


6. Een voorstelling hoe het in deze staat is en er uit ziet van "binnen"

Ook later in dit stuk ga ik verder in over hoe deze uiteengevallen situatie er volgens mij uit moet zien. Het totaal in de oorspronkelijke staat terug vervallen universum maakt dan weer deel uit van de 1e hoofddimensie. De kringloop naar de vorming van ons universum heb ik later beschreven.


7. Hoe moeten wij straling zien?

(Elektromagnetische) straling is het uitzenden van energie als golven. Straling kan ook uitgezonden worden bestaande uit deeltjes, de zogenoemde deeltjesstraling (zoals alfa- en bètastraling). Naar de hedendaagse kwantummechanische opvattingen is er geen fundamenteel verschil tussen de beide stralingsgroepen.

Licht is straling en datgene wat wij waarnemen met onze ogen is datgene van het spectrum waarvan onze ogen is staat zijn deze straling op te vangen en voor ons in onze hersenen om te zetten in beelden.

Als een elektron in een lagere baan komt te verkeren rondom de kern van een atoom komt er een foton vrij. Fotonen komen ook vrij bij processen in de kern en in de bouwstenen van de kernen zelf.

Straling, uitzenden van energie als golven zo lees ik, is zo breed als het spectrum in geval van elektromagnetische straling. Kennelijk laten de verschillende soorten stralingen in het spectrum zich niet met elkaar mengen. Hiermee bedoel ik ook dat zij wel door elkaar heen en naast elkaar kunnen maar niet in elkaar opgaan in een andere vorm of van samenstelling overgaan in een andere. Bijvoorbeeld met breking van het licht met een spectrum waar men licht doorheen laat vallen verdeelt bijvoorbeeld het licht zich in kleuren. Zie ook dit effect bij de regenboog. Dit is ook het geval in de atomen zelf. Het is wel zo dat de straling in gebonden vorm (voor langere of kortere tijd) is opgeslagen in het atoom zelf. Blijkbaar vormen onderdelen van het stralingsspectrum entiteiten waarmee wel een onderlinge aantrekkingskracht wordt uitgeoefend. Deze afzonderlijke onderdelen van de entiteiten hebben dus duidelijk niet het vermogen om in elkaar op te gaan.

In uitzonderlijke natuurkundige of door menselijk ingrijpen veroorzaakte situaties is het wel mogelijk om bepaalde typen atomen door uitwerking van buitenaf zodanig te verstoren dat er (ketting)reacties op gang komen. Materie kan dan geforceerd omgezet worden in stralingsenergie. Het betreft hier dus een hernieuwde ordening van de situatie. Dat kan heel heftig gaan.

Als ik het juist interpreteer dan heeft elektromagnetische straling volgens de huidige wetenschappelijke opvattingen twee kenmerken: een van massa en een van massaloos. Massa omdat het zich laat beïnvloeden door objecten en massaloos omdat het zich anders niet zou kunnen voortbewegen met de lichtsnelheid. Want om die snelheid te kunnen bereiken vergt dit oneindige energie. Als straling zich met exact de lichtsnelheid voortbeweegt is er dus blijkbaar wel een vorm van oneindige energie besloten in deze straling.

Straling zoals wij dat in onze werkelijkheid (de 2e hoofddimensie) zien oefent feitelijk in elke richting zijn werking uit en de deeltjes kunnen onder de juiste omstandigheden onderling aantrekkingskracht op elkaar uitoefenen. Dit valt ook te herleiden uit gravitationele verschillen te meten op verschillende afstanden van een object.

Straling kan je dus "indrukken" ofwel comprimeren. Straling kan ook ijler worden. Dat comprimeren gaat tot op zekere mate en verliest sterk zijn verdere vermogen tot te comprimeren. Als een deeltje uit straling eenmaal in het atoom is zal het als de omstandigheden daarvoor juist zijn zorgen dat bijvoorbeeld een elektron weer een hogere baan gaat kiezen te opzichte van de kern. Dit deeltje, een foton, beïnvloedt dus bijvoorbeeld banen van elektronen rond de kern. Het lijkt er dus sterk op dat met het vervallen van de kern (de zwakke kracht) en het vormen naar zwaardere elementen ook de lading van de elektronen veranderen. De fotonen vullen- of verlaten als het ware actief de plekken in de atomen die aan veranderingen onderhevig zijn en dus weer in hun (ook in een veranderde met andere kenmerken) balans terugkeren.


8. Deeltjesstraling

Deeltjesstraling zoals er op de huidige manier tegen aan wordt gekeken vormt naar mijn mening nog een aparte plaats in het geheel. Ik kan mij voorstellen dat bepaalde deeltjes worden vrijgelaten door het atoom als gevolg van bepaalde processen, echter zij zijn dan nog niet uiteengevallen in hun basis, de fotonen. Zij vormen echter wel een nog in individu samenhangend geheel met een hoge energetische waarde. Kwantummechanisch zie ook ik fundamenteel geen verschil tussen andere straling. Echter in de zoektocht naar de elementaire bouwstenen van het Heelal (1e- en 2e dimensie in het geheel, alles dus) richt mijn aandacht zich speciaal op de fotonen als meest elementair.


9. Kan je binnen straling overstappen van deeltje naar deeltje in onze 2e hoofddimensie?

In ons universum zie ik de ruimte buiten de objecten en de objecten zelf als een onlosmakelijk met elkaar verbonden geheel. Het ene weliswaar in zeer gebonden staat en het andere in ijle staat, met alle tussenvormen van dien. De ruimte om ons heen zie ik zeker niet als "leeg".

In een massaloze toestand kunnen deeltjes elkaar niet raken want zij hebben immers geen massa. Elders in dit stuk ga ik in op mijn vermoeden dat de deeltjes van de straling wel een bepaalde rustmassa moeten hebben.


10. Zijn de protonen in de kern opgebouwd uit fotonen die de ene kant van het spectrum vertegenwoordigen en zijn de elektronen opgebouwd uit fotonen die de andere kant van het spectrum vertegenwoordigen? Kunnen wij het zien als een positieve versus een negatieve lading? En niet te vergeten de neutronen in het middensegment van het spectrum


Dit bovenstaande natuurlijk gezien vanuit de bouwstenen van de protonen-, neutronen- en elektronen zelf.

Ik hou hier wel rekening mee in mijn denkbeelden over de rol van de fotonen in de vorming van de bouwstenen van de protonen- neutronen- en elektronen.  Ik denk dat het zeer wel mogelijk is dat fotonen vanuit hun eigen bereik de diverse verbindingen aangaan. Later in dit stuk ga ik verder op de vorming van de elementaire deeltjes uit de fotonen.


11. De relatie in- en de betekenis van het foton tussen de 1e- en 2e hoofddimensie
In de eerste hoofddimensie - zie mijn eerdere - berichten - zijn de vier basiskenmerken van deze 1e hoofddimensie omschreven. Geen tijd, versus oneindige tijd. Geen afstand versus oneindige afstand.

Ook verder in dit stuk ga ik in op de conclusie dat het foton zowel in de 1e- als in de 2e hoofddimensie een cruciale en ook verbindende rol speelt. Vanuit de 1e hoofddimensie worden de fotonen gecreëerd. In de 2e hoofddimensie vervullen zij hun rol in hun voorwaarde-scheppende betekenis in de vorming van onze werkelijkheid.


12. Mijn betoog in perspectief tot CERN onderzoek naar de elementaire deeltjes, hebben wij dezelfde benadering en zoeken wij naar hetzelfde?

In mijn oorspronkelijke theorie heb ik al geschreven over het zoeken naar de bouwstenen van ons universum. Uiteindelijk zullen de onderzoekers een compleet periodiek model hebben gemaakt van deze elementaire bouwstenen.

De vraag die hierna rest blijft dan wel waar deze elementaire deeltjes vandaan komen en hoe ze zijn ontstaan en hoe ze aan hun massa komen.

Mogelijke verklaringen die ik tegen kom zijn bijvoorbeeld de toegeschreven eigenschap van het Higgs-deeltje, de snaartheorie, Amplituhedron en Intelligent Design of nog complexer. Vaak betreft het in mijn ogen zeer ingewikkelde verklaringen en berekeningen die ik eerlijk gezegd niet goed kan volgen.

Ook vind ik dat er nog steeds te zwaar geleund wordt op de oerknaltheorie. Rekenen met grootheden als oneindige druk- en temperatuur samengebald ter grootte van kleiner dan een atoom lijkt mij eenvoudigweg gezegd niet realistisch. Einstein omarmde deze theorie met tegenzin en slechts onder de restrictie dat er op dat moment geen beter alternatief bedacht was, maar vond het ook onwaarschijnlijk.
 

13. Het perfecte vacuüm

Persoonlijk ben ik er van overtuigd dat in de "lege ruimte" van onze 2e hoofddimensie er geen sprake is van een perfect vacuüm. Wel variërend tot zeer dicht in de buurt hiervan maar nooit het perfecte vacuüm. Dit houdt dus in dat elektromagnetische straling nimmer de exacte lichtsnelheid kan halen. Om het hier in dit vacuüm te halen is het laatste "zetje" nodig en dat zou oneindige energie vergen!



14. Waaraan moet het elementaire deeltje in de 1e- en 2e hoofddimensie voldoen?

Volgend uit mijn uitgebreid omschreven paradox van de 1e hoofddimensie moeten de elementaire deeltjes hiervan over bijzondere eigenschappen beschikken. Zij moeten voldoende energie kunnen vrijlaten om universums zoals onze werkelijkheid te kunnen laten ontstaan.

De 1e hoofddimensie is niet leeg, integendeel. Als deze leeg zou zijn zonder enige activiteit dan zouden wij in onze werkelijkheid er niet kunnen zijn. Maar wij zijn er, dus er moet een proces gaande zijn aldaar waarbij een bepaald type deeltjes spontaan gevormd worden. Zonder oorzaak geen gevolg.

De deeltjes in onze werkelijkheid moeten in hun wezen over de eigenschappen beschikken die in de 1e hoofddimensie van toepassing zijn. Fotonen beschikken over die eigenschappen. Fotonen hebben over beide hoofddimensies genomen zowel de kenmerken van massa als massaloos, je kunt ze dus wel en niet bereiken, je kunt ze meteen bereiken in tijd en afstand maar ook oneindig lang erover doen in tijd en afstand.

In de paradox tussen onmiddellijk en oneindig schuilt de energie van waaruit alles voortkomt. Nogmaals: de situatie is niet (+ plus - = 0) bij elkaar opgeteld maar (+ (of - hoe je het benoemt) min of plus oneindig = oneindig)


15. Overeenkomst- en raakvlak 1e- en 2e hoofddimensie

In de basis moeten de 1e- en 2e hoofddimensie uit dezelfde bouwstenen bestaan. Een andere verklaring ligt natuurlijk niet voor de hand. Vanuit mijn theorie zijn zij ook met elkaar verbonden in oorzaak en gevolg.


16. Fotonen, de bouwstenen van de 1e- en de 2e hoofddimensie

Gaandeweg dat ik dit artikel aan het schrijven was drong het meer en meer tot mij door dat wij eigenlijk veel te ingewikkeld tegen het probleem van hoe het een en ander werkt aankijken. Wij zoeken naar de meest elementaire bouwstenen. Maar wat als deze bouwstenen fotonen zijn? Hoe waarschijnlijk is dit? 

Fotonen komen vrij - en visa versa - bij baanveranderingen van elektronen, maar ook bij processen in de kern zelf. Tevens komen er fotonen vrij in processen in de bouwstenen van de kern zelf. De veranderingen in- en rond de kern veranderen dus ook in lading.

Ik heb zeer sterk het vermoeden dat de meest elementaire bouwstenen van ons universum de fotonen zijn. Dit sluit ook aan bij de tekst van mijn oorspronkelijke theorie uit 2012 waar ik al het vermoeden uitsprak dat bij steeds verdere botsingen- en delingen in de apparatuur bij CERN uiteindelijk gaan eindigen bij de eenheid van 1 ontstaansenergie. Deze eenheid moet dus in mijn ogen het foton (eventueel in zijn verschillende onderverdelingen en klassen onderverdeeld) zijn.

Als ik naar de foto's van de kunstmatige botsingen kijk zie ik een waaier van deeltjes die alle kanten opgaan waarvan de richting ook nog een bijzondere betekenis kan hebben. Deze deeltjes hebben blijkbaar gezien de lengte van de uitlopers een zeer korte levensduur. Ik denk dat dit dan komt omdat de structuur van de deeltjes die gebotst zijn en dus verder uiteengevallen zijn. Het resultaat is een stukje bouwsteen met een ogenschijnlijk extreem korte levensduur. Het lijkt er op dat het resultaat van deze botsing dus deeltjes zijn die niet stabiel meer zijn en spontaan uiteenvallen in hun basis omdat de voorwaarden om te binden niet meer overeenkomen. Zij vallen dus uiteen in fotonen. Ook kunnen zij natuurlijk deels ook gebonden blijven omdat de impact van de botsing niet groot genoeg is geweest om de totale ontleding te forceren.

Voor de rest denk ik dat ik in mijn theorie van 2012 hier al aardig op ingegaan ben, zodat ik hier kortheidshalve naar verwijs om niet in herhalingen te vervallen.


17. De fotonen van de 1e hoofddimensie

In de 1e hoofddimensie (de paradox door mij genoemd) zijn dus door zijn aard de fotonen ontstaan zoals zij nu in hun wijde spectrum deel uitmaken van onze 2e hoofddimensie. Door de massaliteit in de 1e hoofddimensie van deze fotonen zijn deze als het ware gaan "kolken" en binden en zoeken vanuit de aard van de situatie in de 2e hoofddimensie naar annihilatie. Dit ook als gevolg van de gedragingen in deze massaliteit van de fotonen waarin de natuurlijke ordeningen van deze fotonen is verstoord. Met als gevolg enorme ontladingen van waaruit werkelijkheden zoals ons universum zijn ontstaan.

In de 1e hoofddimensie manifesteert zich de oneindige ontstaansenergie in de vorm van fotonen. De fotonen die zich in massaloze vorm als energie manifesteren kunnen niet gevormd zijn uit een geheel identieke ordening of massa. Ik ga hier op deze plek even niet verder op in maar het lijkt mij gewoon even niet logisch als dit wel zo zou zijn.

Positieve- en negatieve fotonen en tegenovergestelde spin lijken mij in die staat zeker voorstelbaar. Tevens denk ik ook dat de fotonen in de eerste hoofddimensie afwijkingen in energiewaarde (ik noem het voor het gemak even kleur) kunnen vertonen onderling.

In onze werkelijkheid, na processen die geleid hebben tot de vorming hiervan kunnen de fotonen zich presenteren als straling of als bouwstenen van de in kaart gebrachte elementaire deeltjes van onze atomen.

Combinaties van fotonen vormen als de omstandigheden daarvoor juist zijn zich tot wat wij nu de elementaire deeltjes noemen (dus eigenlijk secundaire deeltjes in mijn visie). Elementaire deeltjes vormen zich weer tot atomen van de elementen van het periodiek model. Elke atoomsoort heeft zijn eigen collectie spectraallijnen (emissielijnenspectrum). Dus de eigen "vingerafdruk" uit het emissiespectrum.


Voorbeeld: de emissielijnen van waterstof met de golflengte op logaritmische schaal.  
Terugredenerend naar het spectrum zouden wij hieruit dus moeten kunnen afleiden in welke ondersoorten fotonen zich kunnen presenteren aan ons. Dit geeft dan ook weer direct een indicatie van de samenstelling van de "bouwstenen", - de energiepakketjes - van de 1e hoofddimensie.

Ons universum bestaat dus in zijn elementaire vorm uit deze fotonen, welke dus nog volop aanwezig zijn. Deze fotonen hebben zich ook weer geordend (door hun soort en spin) - en gegroepeerd tot de elementaire deeltjes. Deze elementaire deeltjes (met hun eigen fotonenstructuur) hebben zich op hun manier weer gegroepeerd tot atomen en deze zich weer gegroepeerd tot de elementen.

Door de hiervoor genoemde ontstane groeperingen is ook de voorwaarde tot het onvermijdelijke verval naar de oorspronkelijke staat ontstaan. Met andere woorden "tijd" is ontstaan.


18. Het grote verschil tussen de fotonen in de 1e- en de 2e hoofddimensie

Het fundamentele verschil schuilt hem in het feit dat de fotonen in de 1e hoofddimensie zich in de door mij omschreven paradox bevinden. De fotonen in de 2e hoofddimensie bevinden zich in onze 4-dimensionale werkelijkheid. De fotonen in onze werkelijkheid (de 2e hoofddimensie) verplaatsen zich met een maximale snelheid variërend (afhankelijk van de plaats in de "lege" ruimte van onze werkelijkheid) fractioneel onder die van de lichtsnelheid.

Snelheid oplopend tot de lichtsnelheid en stilstaan van de tijd zijn in mijn verbeelding een "lus". De uiteinden raken elkaar en zijn identiek. Deze situatie kan alleen niet voorkomen in onze werkelijkheid omdat om deze staat te bereiken oneindige energie benodigd is. Oneindige energie manifesteert zich alleen in de 1e hoofddimensie. 


19. Licht beweegt zich voort vanaf een object met (volgens mij nagenoeg) de lichtsnelheid in alle richtingen, ongeacht of het object in beweging is

Ook dit is weer een prachtig fenomeen. (Bekijk dit uit het perspectief van een raket die vanaf de Aarde wordt afgeschoten de ruimte in. De Aarde beweegt zich met een enorme snelheid door de ruimte en ook nog in de helix). Je moet dus het "afschieten" zien vanaf het object. De ruimte komt hierdoor in een apart perspectief te staan, want het lijkt dus alsof de Aarde stilstaat gezien vanuit het object dat er van af is geschoten.

Helix
Vanaf een object gezien - bijvoorbeeld de Aarde - komt licht dat van ver komt aan met een waarneembaar verschil in het spectrum. Dit effect wordt genoemd de roodverschuiving als het object dat deze straling uitzendt ten opzichte van ons gezien van ons af beweegt. Als het object ten opzichte van onze waarneming naar ons toe beweegt noemen wij het de blauwverschuiving.


20. Waarom wil het foton weg van het object en er niet naartoe juist?

Door zijn speciale kenmerken - elders omschreven in dit bericht - heeft het individuele foton sterk de neiging om weer "aan te sluiten" in de structuur van de 1e hoofddimensie. Gezien vanaf de plaats van een object waar het foton van vertrekt bevindt zich de 1e hoofddimensie zich in alle richtingen rondom. Dit ook gezien in het perspectief van de 4-dimensionale verstoringen in de 1e hoofddimensie later in dit stuk. Eenmaal in ongebonden staat verlaat het foton de verstoring loodrecht.

Zie in dit verband ook mijn tekst onder punt 3.


21. Hoe komt het dan dat een foton toch weer opgenomen kan worden in een object?

Fotonen kunnen alleen gezien worden als massaloos als zij zich voortbewegen met exact de lichtsnelheid. Daar zij net niet de maximale theoretische lichtsnelheid halen in onze 2e hoofddimensie kunnen zij wel over een rustmassa beschikken. De kenmerken van massa nemen zij ook steeds sterker aan als zij zich met zeer grote hoeveelheden tegelijk en in beweging presenteren. De stromen fotonen kunnen dan worden gebogen. Zie hierover ook mijn eerdere berichten en mijn persoonlijke verklaring betreffende dit effect.

Zoals hiervoor ook geschreven heb ik voor mijzelf sterk het idee dat fotonen zich niet met exact de lichtsnelheid voortbewegen maar net iets daaronder. Ik probeer mij dan ook grootheden te verbeelden als net iets minder dan het kwadraat van de lichtsnelheid. (C kwadraat). Een welhaast onvoorstelbaar klein beetje minder dan de lichtsnelheid dus.

Hoe meer de invloed van de massa die invloed uitoefent op de onderhavige bundel straling hoe sterker de buiging van de straling (zie mijn eerdere berichten). Zwaartekracht is in mijn theorie geen fundamentele natuurkracht. Zwaartekracht bestaat volgens mij niet. De werking als zodanig wordt door een andere oorzaak veroorzaakt zoals ik in mijn eerdere berichten heb geschreven.

Ook het "canvas" van straling in ons universum ondergaat exact dezelfde werking van invloed- en aantrekkingskracht door objecten, zie daarvoor mijn eerdere publicaties.


22. De bouwstenen van ons universum

De fotonen moeten dus welhaast de kleinste en elementaire bouwstenen van ons universum zijn. Elementaire deeltjes, zoals waargenomen (ontstaan uit de kunstmatige botsingen bij hoge snelheden bijvoorbeeld bij CERN) zijn ook opgebouwd uit een basis van fotonen die zijn ontstaan in- en vanuit (de ontlading van) de paradox zoals ik het omschreven heb in mijn basistheorie uit 2012. Door het, ook in mijn basistheorie door mij omschreven, verschijnsel van de quasi-annihilatie klonteren deze fotonen die een enorme aantrekkingskracht op elkaar uitoefenen.

Het lijkt er op dat de botsingen in CERN van bepaalde typen materiaal al geleid hebben tot het vervallen van deze deeltjes in hun meest elementaire vorm. Natuurlijk is het zeer wel mogelijk dat er nog meer elementaire deeltjes zullen worden gevonden. Ik denk dat alleen het periodiek model van deze elementaire deeltjes gecompleteerd zal worden. Het zou mij verbazen als er elementaire deeltjes gevonden worden - zoals het Higgsdeeltje - die over zulke speciale eigenschappen beschikken dat hieruit de gezochte verklaringen over het ontstaan van alles logisch kan worden verklaard.


23. Is het foton deelbaar?

In de 1e hoofddimensie zijn de fotonen besloten in de basiseigenschap van deze 1e hoofddimensie (de paradox); dat wil zeggen in de vorm van ontstaansenergie.
Verdere ontleding van de fotonen (massaloos in deze 1e hoofddimensie) zou leiden naar een nog fundamentelere staat. Deze staat (of nog vroegere staten) zouden dan geleid moeten hebben in een evenement dat uiteindelijk geleid zou hebben tot de vorming van fotonen. Dit lijkt mij onwaarschijnlijk omdat dan in de gehele 1e hoofddimensie constant dit soort processen zouden moeten voltrekken. En dat kan in mijn opinie niet omdat de 1e hoofddimensie de staat is van waaruit alles is begonnen. Met andere woorden, de basisomstandigheden tot vorming van de 2e hoofddimensie liggen besloten in de paradox van de 1e hoofddimensie. Iedere vorming van fundamentele deeltjes na de eerste vorming van het kleinste oorspronkelijke deeltje (dat gevormd is in de 1e hoofddimensie) dan ook moet dan ook in de 2e hoofddimensie zijn geschied.

Dat leidt bij onmiddellijk tot de vraag of fotonen in onze werkelijkheid verder deelbaar zijn:
Zo ja, dan zijn de zijn de basiselementen in de 1e hoofddimensie niet de fotonen maar de basisonderdelen daarvan;
Zo neen, dan zijn de basisonderdelen van de 1e hoofddimensie inderdaad de fotonen.

Terugkomend op de vraag of fotonen verder deelbaar zijn in onze 2e hoofddimensie moeten wij dus gaan bekijken of dit kan of niet.

Kunnen wij een proef verzinnen om fotonen te ontleden? Afhankelijk van de manier van meten is heeft een foton massa als geen massa, zo lees ik in de literatuur. Ik denk dat een foton in onze werkelijkheid een rustmassa heeft. Minimaal weliswaar. Dit denk ik omdat nergens in onze werkelijkheid zich een perfect vacuüm voordoet. Er is dus ook geen oneindige energie per foton benodigd omdat een foton zich niet kan bewegen met de exacte lichtsnelheid. Het lijkt dus wel zo maar het is niet zo. Wel vertegenwoordigt een foton relatief gezien aan zijn rustmassa veel energie (af te leiden uit het gegeven van de snelheid van die van bijna de maximale theoretische lichtsnelheid).

In beginsel moet het dus mogelijk zijn om fotonen te laten "botsen". Wat zou er gebeuren bijvoorbeeld als wij twee of meer zeer krachtige laserstralen (die voldoende kracht zouden moeten hebben om fotonen te "kraken") - in een zo perfect mogelijk vacuüm - een zodanig brandpunt laten geven dat de stralen in dat punt tezamen komen? Vliegen zij dan altijd gewoon door elkaar heen of is er zo eens in de tijd een bijzondere waarneming? Dit kan dan binnen- of buiten het brandpunt zijn. Ik vind dit wel een interessant gegeven maar ga er even niet al te diep op in nu.

Los van de uitkomst is natuurlijk de constatering dat de uiteindelijke elementaire deeltjes voortkomende uit de onderzoeken de link vormen tussen de 1e- en de 2e hoofddimensie.

Ik hou het er op dat fotonen de meest elementaire deeltjes zijn.


24. Waarom dan geen enorme annihilatie-explosies in onze 2e hoofddimensie bij het vrijkomen van (positief- en negatief geladen overeenkomstige) fotonen?

Fotonen onderling kunnen niet annihileren. Fotonen zijn in hun gedaante in onze werkelijkheid al nagenoeg energie dus je kunt ze niet verder laten annihileren met als resultaat energie want dat zijn ze al.

Wel kunnen fotonen zoals hiervoor reeds omschreven combinaties vormen en als zodanig omvormen naar grotere materie-pakketjes. Materie is als het ware omgevormde- en gepaarde energiepakketjes. Deze energiepakketjes kunnen hele reeksen aannemen. Deze in materie omgevormde energiepakketjes kunnen zeer wel hun tegenpool hebben in onze werkelijkheid. Zo een tegenpool moet dan een deeltje zijn dat uit precies dezelfde componenten bestaat maar met een exact tegenovergestelde en gespiegelde spin. Het resultaat is dan wel dat bij het samenkomen van dit deeltje en haar antideeltje zij beiden onmiddellijk uit elkaar vallen en overgaan in ongebonden vorm in de vorm van straling. In deze ongebonden vorm hebben de fotonen waaruit zij zijn opgebouwd hun gebonden toestand weer verlaten en zijn vrij. Deze overgang van materie (stilstaand in de vorm van variabele trilling) naar stralingsenergie met (nagenoeg de lichtsnelheid) gaat met veel geweld.

Annihileren is een proces dat op gigantische schaal is voorgekomen in de oerontlading zoals door mij is geschreven in 2012. (De oerontlading is het sleutelmoment in een partiële overgang van de 1e hoofddimensie naar de 2e hoofddimensie).

Zodra er sprake is van een clustering van fotonen (door bijvoorbeeld elders in dit stuk omschreven oorzaken) in de 1e hoofddimensie naar een elementair deeltje is er sprake van het ontstaan van een 4-dimensionale entiteit (in de vorm van de 2e hoofddimensie) intern in de 1e hoofddimensie. Dit kan dus klein zijn in de betekenis van het woord of omvang maar vormt zich wel. Het verstoort wel zijn directe "omgeving" in de 1e hoofddimensie. Een gedeelte van de ontstaansenergie in fotonen in vrije vorm is dus weg en gebonden. Er vormt zich ook een gebied zonder energie en materie tussen het ontstane 4-dimensionale deeltje en de rest van de 1e hoofddimensie. Dit gebiedje trekkert een effect op mini schaal naar het ontstane elementaire deeltje van wat wij in onze werkelijkheid "donkere energie" noemen.
Fotonen van de 1e hoofddimensie kunnen niet door dit gebied heen en zich mengen met de 4-dimensionale verstoring die op zich al "verzadigd" en stabiel is. Dat zij hier niet doorheen kunnen ontleen ik aan de gedachte dat als ik kijk naar de grote schaal van ons universum dat uitdijt en dat dus volgens mijn theorie weer ergens "ingezogen" wordt.

Zo'n 4-dimensionale verstoring komt op enorme schaal voor in de 1e hoofddimensie. In deze verstoringen zullen naar mijn overtuiging op grote schaal deeltjes en antideeltjes voorkomen. Ik denk alleen geen verhouding van 50 om 50. Dat ik dit denk komt ook weer vanuit mij denken uit de paradox van de 1e hoofddimensie zoals ik die heb omschreven. En dat is allerminst een toestand van evenwicht. Het lijkt het wel, maar het is het niet.

Afstanden en tijd in de 1e hoofddimensie kun je dan ook niet zien als de begrippen afstand en tijd zoals wij dat in onze werkelijkheid waarnemen. In de 1e hoofddimensie zijn tijd en afstand geïntegreerd in elkaar. Althans niet helemaal. Het verschil zit hem in het spanningsveld tussen 0 en oneindig.

Bovenstaande lijkt strijdig met de natuurwetten, maar zo is de situatie. Het geheel komt voort uit een ongelijke situatie en daarom vinden er zulke heftige processen op enorme schaal plaats.

Het volgende is ook voor mij even wat lastig voor te stellen. Ik probeer mij de gedragingen van de 4-dimensionale verstoringen voor te stellen in twee scenario's.

In het perspectief van:
  1. oneindige tijd en oneindige afstand en;
  2. geen tijd en geen afstand.
In het eerste geval kunnen de 4-dimensionale verstoringen geen interactie met elkaar aangaan. Dit houdt dus in dat wij er niet zouden kunnen zijn in onze werkelijkheid. Dit simpelweg omdat iedere 4-dimensionale verstoring ten opzichte van een andere verstoring oneindig ver weg zou liggen in tijd en afstand.

De 4-dimensionale verstoringen gaan, zoals wij constateren, dus interactie met elkaar aan. (Want anders waren wij er niet). In de 1e hoofddimensie hebben de 4-dimensionale verstoringen klaarblijkelijk dus geen belemmeringen in de zin van onze manier van waarnemen van tijd en afstand en vormen een 4-dimensionale eenheid binnen de 1e hoofddimensie.

Deze eenheid van 4-dimensionale verstoringen bereiken op een gegeven moment een kritiek moment. Hetzij vanuit de situatie dat zij tegen elkaar aanliggen of een kettingreactie veroorzaken. (Deze 4-dimensionale verstoringen blijven doorlopend ontstaan in de 1e hoofddimensie). 

Vanuit dit perspectief gezien is de vorming van onze werkelijkheid dan ook niet geschied vanuit een evenement kleiner dan een fractie van een atoom onder oneindige temperatuur en druk. Zelfs het moment van creatie van onze werkelijkheid hoeft gezien vanuit dit gezichtspunt niet in een fractie van een flits gebeurd zijn. De oerontlading zou best wel eens over wat langere tijd geschied kunnen zijn. Processen als uitdijen etc. zouden ook wel eens na verloop van wat tijd tot hun volle werking hebben kunnen komen. Ook hier heb ik al een aanzet in denken over gemaakt in mijn oorspronkelijke theorie van 2012.

Op dit kritieke moment treedt een superevenement in werking. 

Op hele grote schaal treedt er in deze cluster annihilatie van deeltjes en anti-deeltjes op over in een grote 4-dimensionale entiteit (een 2e hoofddimensie zoals onze werkelijkheid).

In al dit geweld is een snelheid door de entiteiten ingenomen tot net onder die snelheid die benodigd is om materie om te vormen tot pure ontstaansenergie. De wisselwerking van energie naar materie is tot stand gekomen.

Annihilatie komt in onze 2e hoofddimensie alleen maar voor als geclusterde fotonen tot - wat wij nog de elementaire deeltjes noemen - hun exacte gespiegelde tegenpaar tegenkomen. Deze tegenparen gaan dan in elkaar op en veroorzaken stralingsenergie met snelheden van net onder die om materie te laten transformeren tot ontstaansenergie. (Hiervoor zou in onze werkelijkheid oneindige energie benodigd zijn om te versnellen). 

Fotonen kunnen zoals ik elders in dit stuk al heb opgemerkt niet annihileren.

Het proces zoals wij dat kennen in ons universum, onze werkelijkheid, is op gang gekomen en de vorming van steeds zwaardere deeltjes in volgtijdige evenementen is een feit. Dit kan gebeurd zijn volgens een scenario zoals ik dit heb geschetst in mijn basistheorie van 2012.

De stralingsenergie die nog rest uit dit evenement - de ontlading - in alle richtingen nemen kunnen wij deels nog waarnemen als de kosmische achtergrondstraling.

Onze werkelijkheid is dus in feite niets anders dan een gematerialiseerde staat van een deel van de oneindige ongelijkheid van de 1e hoofddimensie.

Tenminste als eenmaal een (nieuwe) 2e hoofddimensie in de vorm van een 4-dimensionale ruimte is ontstaan gaat de vorming van nieuwe 2e hoofddimensies door in de 1e hoofddimensie.

Gezien het bovenstaande en de oneindige hoeveelheid ontstaansenergie in de 1e hoofddimensie moeten constant nieuwe universums gevormd worden.

Bovenstaande geeft een merkwaardig effect want ik vroeg mij al af hoe of het kan dat de 4-dimensionale verstoringen wel met elkaar in verbinding kunnen staan en de gevormde universums niet.
Want als het verschijnsel zich op kleine schaal voordoet waarom dan niet op grote schaal?

Sowieso ontstaan nieuw universums niet binnen een bestaand universum. Dit lijkt mij logisch omdat zich hier de omstandigheden tot vorming van een nieuw universum niet voordoen.

Een universum heeft een geweldig groot gebied (waar de uitdijing in plaatsvindt) rondom zich en dat gebied maakt er deel van uit (niet van de 1e hoofddimensie!).

Het grote onderscheid tussen de 4-dimensionale verstoringen en een gevormd universum is dat in een universum de annihilatie heeft plaatsgevonden en in de 4-dimensionale verstoringen nog niet.

Een later- of eerder gevormd universum heeft in de basis dezelfde kenmerken als bijvoorbeeld ons universum.

Universums kunnen dus wel - net als de 4-dimensionale verstoringen - tegen elkaar aanliggen in de 1e dimensie maar dat zullen wij niet kunnen waarnemen nu. Dat wij dit niet kunnen wordt veroorzaakt door het enorme buitengebied rondom het universum en dat daar deel van uitmaakt.

Universums gaan niet in elkaar op omdat als het buitengebied opgevuld is ten gevolge van de uitdijing van dat universum alle materie van dat universum ook is vervallen in de staat van de oorspronkelijke energie van waaruit het is ontstaan. Het universum is dan weer overgegaan van de 2e hoofddimensie naar de 1e hoofddimensie. Het maakt er dus weer deel van uit.


25. Een of meer onderverdelingen in fotonen?

Het lijkt mij het meest logisch dat er slechts 2 soorten basis fotonen in de vorm van energie bestaan in de 1e hoofddimensie. Een positieve en een negatieve gedaantevorm. Zij zijn niet in evenwicht met elkaar en ook zouden afwijkingen in energiewaarde kunnen bestaan.


Eenmaal in de gedaantevorm van de 4-dimensionale verstoring of de 2e hoofddimensie lijken positieve- en negatieve fotonen, tegenovergestelde spin en afwijkingen in energiewaarde mij zeker voorstelbaar.


26. Massa

Ik blijf dus sterk van mening dat 100% lichtsnelheid vanaf het niveau van een 4-dimensionale verstoring niet kan voorkomen in onze 2e hoofddimensie. In de 1e hoofddimensie bevinden zich de fotonen nog in de vorm van massaloze pure energie. De 1e hoofddimensie is in mijn gedachtewereld de enige entiteit waarin een grootheid als alle energie gelijk is aan alle materie maal het kwadraat van de lichtsnelheid zou kunnen voorkomen. Fenomenaal.

Bij het vormen van de bovengenoemde 4-dimensionale verstoringen gaan de fotonen (in hun lading, kleur) verbindingen aan en vormen de elementaire deeltjes zoals nu worden gevonden (bijvoorbeeld bij CERN) en volledig in kaart gebracht worden.


Botsing deeltjes bij CERN


De fotonen in de 1e hoofddimensie (in de vorm van energie) hebben geen snelheid. Ook gegeven dat de vier subdimensies van onze werkelijkheid (lengte, hoogte, breedte en tijd) hierin niet voorkomen.

In de 4-dimensionale verstoringen moet zich dus de eerste massa vormen uit de hierboven genoemde spontaan aangegane verbindingen.

In onze werkelijkheid hebben wij dus te maken met fotonen in gebonden en ongebonden toestanden. Daarbij zijn er talrijke processen bij in- en uittreden uit deeltjes in zijn algemeenheid gezien. Deze deeltjes bestaan in hun meest elementaire vorm uit fotonen. Het innemen en afstoten is zuiver het gevolg van ladingveranderingen op verschillende niveaus in de deeltjes.

De 100% lichtsnelheid is dus niet te halen in onze werkelijkheid. Fotonen moeten om terug te kunnen keren naar pure energie wel 100% van de lichtsnelheid kunnen bereiken.

We zien voor iedere soort elektromagnetische straling een andere amplitude in de golven. In het perspectief van mijn theorie kijken wij aan tegen een soort basistrilling (frequentie). Deze basistrilling is cruciaal voor het kunnen bestaan van onze werkelijkheid. Slechts door de trilling kan zich ruimte en tijd vormen.

De trillingen op (sub)atomaire niveaus zijn een gevolg van de samenhang van de diverse combinaties fotonen. Het is deze samenhang die het verschijnsel "massa" verder veroorzaakt en verder gestalte geeft.

In de gebonden samenhang nemen wij de fotonen waar als massa. In de vrije gedaante van de fotonen nemen wij ze waar als golven. De fotonen in de golven hebben wel een bepaalde lading. Wanneer een golf in de invloed van een elektromagnetisch veld van een object komt worden de fotonen in de golf beïnvloed en dus afgebogen. Dit zowel dus los- en in combinatie gezien met de gecumuleerde werking van de sterke kernkracht zoals ik deze heb omschreven in mijn eerdere berichten.

Op een bepaald moment niet lager dan 100% van de lichtsnelheid (energie is massa maal het kwadraat van de lichtsnelheid volgens de formule) verdwijnt de trilling (de frequentie) en gaan de fotonen weer over in pure energie. Er is dan geen sprake meer van ruimte en tijd.

In de golfbewegingen beweegt een foton zich in individuele staat voort. Het verplaatst zich net onder de lichtsnelheid en manifesteert zich niet in de vorm van pure energie dus. De foton in deze staat (met een minimale massa) draait en is in beweging in onze 4-dimensionale werkelijkheid. De draaiing (spin) veroorzaakt de elektromagnetische lading.


Elektromagnetische straling (zoals licht) beschreven als een dubbele golf . De maximale amplitudes van de elektrische (E, rood) en magnetische (M, blauw, in de richting naar de kijker toe) velden staan loodrecht op elkaar terwijl de golf zich loodrecht op beide richtingen voortplant. De golflengte is aangegeven met het symbool λ.


27. E = mc2

Mede de constatering dat de snelheid van het licht niet te halen valt in onze werkelijkheid doet mij concluderen dat de formulE = mczeker opgaat. Alleen de gedaantevorm E staat voor de energie in de 1e hoofddimensie, alleen daar kan de massaloze gedaantevorm E bestaan.

De rechterhelft van de formule (het component M -massa) slaat op de 2e hoofddimensie, (en mede de voorlopers van) universums, zoals onze werkelijkheid.

E en M zijn gedaantevormen van de ontstaansenergie. In de 1e hoofddimensie in de vorm van energie. In de 2e hoofddimensie in de vorm van massa. In de 1e hoofddimensie in de kenmerken van de door mij omschreven paradox. In de 2e hoofddimensie in de door mij omschreven subdimensies (lengte, breedte, hoogte en tijd) met snelheden onder de lichtsnelheid.

Dit houdt dus ook in dat fotonen bestaan uit materie. Dit betekent dat elk deeltje in ons universum een eigen plaats en tijd heeft. Deze eigen tijd en plaats geeft aan waar het deeltje zich bevindt in ruimte en tijd eten opzichte van alle andere deeltjes.

Volgend uit mijn theorie kan er dus ook geen sprake zijn van twee gedaanten waarin zich fotonen kunnen bevinden; massaloos of met massa. In onze werkelijkheid is er slechts sprake van een staat; die van met massa.

Alle straling in onze werkelijkheid is dus te herleiden tot - een vorm van - deeltjesstraling.

Albert Einstein, een groot denker en inspirator


28. Het eindstadium van ons universum

Er komt een tijd - vele miljarden jaren verder dan nu - dat alle atomen en materie in ons universum weer terugvervallen zullen zijn tot hun elementaire gedaante van de individuele fotonen. Het overgangsgebied tussen de 1e- en de 2e hoofddimensie (ik noem het een anti-singulariteit) zal zijn opgevuld met deeltjes met de kenmerken van fotonen. Het fenomeen dat in de wetenschap wordt omschreven als "donkere energie" zal zijn uitgewerkt.

Bij het bereiken van de kritische snelheid aan de buitenzijde van ons universum zullen de fotonen weer overgaan in hun gedaantevorm van materie en deel gaan uitmaken van de energie in de 1e hoofddimensie. Als zodanig vervalt de energiewaarde van fotonen dus niet.

Het proces van geboorte- en sterven van universums gaat onverminderd door.

Impressie van ons universum gezien vanuit de anti-singulariteit


29. Verkorte verklaring termen

  • Heelal: alles;
  • 1e Hoofddimensie, de paradox;
  • 4-dimensionale verstoringen vinden plaats in de 1e hoofddimensie;
  • 2e Hoofddimensie, onze werkelijkheid, ons universum, alle universums. Inclusief het overgangsgebied rondom;
  • Overgangsgebied tussen 1e en 2e dimensie, de anti-singulariteit, vacuüm type 3, drijvende kracht en veroorzaker van "donkere energie". Dit gebied reken ik als onderdeel van de 2e hoofddimensie; 
  • Ontstaansenergie (alleen in deze vorm voorkomend in de 1e hoofddimensie);
  • Stralingsenergie (alleen in deze vorm voorkomend in de 2e hoofddimensie).

30. Afbeeldingen

De afbeeldingen heb ik via Google afbeeldingen. Voor zover als ik kon zien zijn zij vrijelijk te gebruiken en worden zij ook als zodanig gebruikt. Mocht ik enig recht treden verzoeke mij in te lichten dan verwijder ik de afbeelding.


Inhoudsopgave







  1. De vreemde eigenschappen van het foton
  2. Kan een foton weer worden opgenomen in een elektron en neemt het elektron dan een hogere baan in rond de kern?
  3. Hoe komt het waardoor fotonen zich meteen met de lichtsnelheid kunnen voortbewegen?
  4. De interactie van het elektron en het foton bij het innemen van een lagere baan om de kern
  5. Hoe kijk je tegen de hiervoor beschreven situatie aan en wat houdt dit in?
  6. Een voorstelling hoe het in deze staat is en er uit ziet van "binnen"
  7. Hoe moeten wij straling zien?
  8. Deeltjesstraling
  9. Kan je binnen straling overstappen van deeltje naar deeltje in onze 2e hoofddimensie?
  10. Zijn de protonen in de kern opgebouwd uit fotonen die de ene kant van het spectrum vertegenwoordigen en zijn de elektronen opgebouwd uit fotonen die de andere kant van het spectrum vertegenwoordigen? Kunnen wij het zien als een positieve versus een negatieve lading? En niet te vergeten de neutronen in het middensegment van het spectrum
  11. De relatie in- en de betekenis van het foton tussen de 1e- en 2e hoofddimensie
  12. Mijn betoog in perspectief tot CERN onderzoek naar de elementaire deeltjes, hebben wij dezelfde benadering en zoeken wij naar hetzelfde?
  13. Het perfecte vacuüm
  14. Waaraan moet het elementaire deeltje in de 1e- en 2e hoofddimensie voldoen? 
  15. Overeenkomst- en raakvlak 1e- en 2e hoofddimensie
  16. Fotonen, de bouwstenen van de 1e- en de 2e hoofddimensie
  17. De fotonen van de 1e hoofddimensie
  18. Het grote verschil tussen de fotonen in de 1e- en de 2e hoofddimensie
  19. Licht beweegt zich voort vanaf een object met de lichtsnelheid in alle richtingen, ongeacht of het object in beweging is
  20. Waarom wil het foton weg van het object en er niet naartoe juist?
  21. Hoe komt het dan dat een foton toch weer opgenomen kan worden in een object?
  22. De bouwstenen van ons universum
  23. Is het foton deelbaar?
  24. Waarom dan geen enorme annihilatie-explosies in onze 2e hoofddimensie bij het vrijkomen van (positief- en negatief geladen overeenkomstige) fotonen?
  25. Een of meer onderverdelingen in fotonen?
  26. Massa
  27. E = mc2
  28. Het eindstadium van ons universum
  29. Verkorte verklaring termen
  30. Afbeeldingen


© Fred Baumgart


Geen opmerkingen:

Een reactie posten