Vertalen

HOOFDSTUK 3 – nadere inleiding visie tot Donkere Materie


Kan straling van fotonen objecten wegduwen?

Dat is een interessant gegeven want:

·         dan zou straling zowel een afduwend als aantrekkend effect tegelijkertijd (kunnen?) hebben, tenzij in de lengterichting van de bundel een ander effect plaats vindt als in de breedte van de lichtstraal;
·         zeer krachtige lasers vernietigen hun doel in plaats van het met geweld weg te blazen. Straling wordt dus (al dan niet deels) opgenomen. Wat niet opgenomen kan worden of weer uitgestraald veroorzaakt vernietiging en op zijn minst beschadiging van het object ten gevolge van de opname van (een deel van) de aangestraalde straling.

Dit gegeven lijkt mij ook eens aardig om te bestuderen middels wetenschappelijke experimenten. Het lijkt mij zeer interessant om objecten (als zij geraakt worden door krachtige lasers) onder diverse omstandigheden te bestuderen en te kijken wat de effecten zijn.
Hebben zij de neiging om aangetrokken te worden tot de straal of juist weggeduwd bijvoorbeeld. Wat ik zie is dat het door het object heen snijdt of er gewoon dwars doorheen gaat.

Bij wegduwen zou een verdichting van de bundel – tenzij de bundel geheel of gedeeltelijk weerkaatst wordt - in de lengte voor de hand liggen. In dat geval neemt het aantrekkende effect ook toe over het canvas van straling gezien. Immers de intensiteit neemt toe van de aanwezige straling. De snelheid van de golf neemt dan blijkbaar ook af. Zijn de fotonen van de golf dan ook materie geworden met een rustmassa groter dan 0? Want de snelheid is dan immers lager dan de lichtsnelheid.

De relatieve hoeveelheid straling zorgt voor de vorming van de baan en positie van objecten in ons universum. Rechtstreekse fluctuaties in de straling zoals veroorzaakt door onze Maan veroorzaken effecten als getijden. Zou straling objecten wegduwen dan zou er geen bult ontstaan bij de getijden maar een “deuk” bijvoorbeeld, een omgekeerde vloed. Ik spreek dus expliciet over fotonenstraling, overige straling zoals deeltjesstraling uitgezonden door de Zon bijvoorbeeld bedoel ik niet.

Overigens is het grappig om te overzien dat de werking van het canvas van straling tussen bijvoorbeeld 3 objecten (Zon, Aarde en Maan) elkaar in werking (aantrekkingskracht naar het object toe) kan opheffen. Op enig punt of punten (bij wisselende aantallen objecten) is de aantrekkingskracht tussen object 1,2 of 3 gelijk.


Zonnewind en zonnezeilen

In samenhang met mijn stellingen neemt dit gegeven een  vreemde plaats in. Er zijn experimenten aan de gang of reeds al gedaan waarmee met grote zeilen in de ruimte een object het universum ingeblazen wordt door middel van de zonnewind.

Dit lijkt strijdig te zijn met mijn theorieën. Het lijkt dat alsof directe fotonenstraling objecten in de lengte afduwt en in de canvaswerking juist aantrekt. Ik denk dat het met steeds grotere snelheid verwijderen in de ruimte van een object mede wordt veroorzaakt door deeltjesstraling (elektronen, protonen e.d.) welke zijn ontsnapt aan de gravitatie van een ster. De maximale bijdrage in snelheid van een object lijkt mij in dit geval van deeltjesstraling niet meer te kunnen bijdragen als tot maximaal ca 500 a 700 km per seconde.

Het lijkt dat door fotonen aangedreven zonnewind dus niet mogelijk is. Tenzij de materiele samenstelling (dikte en materiaal) van de zeilen zodanig is dat er (door weerkaatsing) geen - of nagenoeg geen - “ankerwerking” in de atomen van waaruit het zeil is samengesteld kan optreden. Om ook nog een object met toenemende snelheid voort te trekken dat voortgetrokken wordt door het zonnezeil lijkt mij dan op basis van fotonenaandrijving alleen onder dit soort omstandigheden te kunnen voortkomen. Het effect zal – in tegenstelling tot de ontelbare andere objecten in de ruimte - zeer gering zijn. Mijn theorie is dus dat de aantrekking vele malen groter moet zijn dan onder eventuele speciale en gecreëerde afstotende omstandigheden. Hoe het ook zij, om te kunnen werken moet de samenstelling van het lichtzeil voldoen aan de voorwaarde dat de ankerwerking in de atomen van het lichtzeil dusdanig verstoord is dat er een omgekeerde - dus afstotende (dun, licht en weerkaatsend) - werking is ontstaan.  
Natuurlijk is de relatieve afstand en massa van een object in de nabijheid of waarvan het zonnezeil zich moet verwijderen van groot belang. Als je zou starten met uitvouwen, vlak boven de grond hier op Aarde valt het zeil meteen naar de grond. Je moet dus ver genoeg af zijn van het object waarvan je afstand wilt nemen. Natuurlijk moet je ook zorgen dat er geen andere objecten hun gravitationele invloed kunnen uitoefenen op het zeil.    

Tevens zal het zeer de moeite waard zijn om te onderzoeken welke straling er wel en welke er niet door het zeil heen gaat en tot waar in het spectrum er weerkaatst gaat worden door het zeil.

Net als de ontsnappingssnelheid van fotonen van de ster moet licht dat ontsnapt van het zonnezeil ook een ontsnappingssnelheid hebben. Het lijkt mij niet dat een zonnezeil – ook gezien binnen het kader van mijn theorieën over deze onderwerpen - een negatieve ontsnappingssnelheid van fotonen kan kennen.

Is dit gegeven van voortstuwing op basis van fotonen-zonnewind verifieerbaar en/of falsifieerbaar?
Ja, met een of meer krachtige (op kernbrandstof werkende) laser(s) in de ruimte (of indirect aangestraald via de Aarde, dat is beter dan rechtstreeks) zouden wij zeer gericht in frequentie variabele fotonenstraling kunnen loslaten op een zonnezeil. Een hoog energetische laserstraal afvuren tezamen met de al reeds aanwezige zonnestraling zou natuurlijk een geweldig onderzoeksperspectief brengen.

Met het zonnezeil wordt een verandering in het ter plaatse aanwezige canvas van straling aangebracht. Immers achter- en voor het zeil treedt een verandering in samenstelling in intensiteit van het canvas op waardoor het effect kan optreden. (Bij zware objecten aantrekking en bij superlicht – zonnezeil afstoting).


Hoe kunnen fotonen hun snelheid, onder andere die van zichtbaar licht, bereiken?

Ik heb hier vaak over nagedacht en kan nergens een antwoord hierover lezen. Voor mijzelf visualiseer ik het als een cumulatieve “superordening” als gevolg van een evenement dat op grote schaal gebonden fotonen vrijlaat in de lengterichting van de straal gericht of rondom de bron.

Zoals ik het visualiseer en probeer over te brengen gebeurt er iets als volgt:
Vanuit de “trigger”, bijvoorbeeld een lamp of andere oorzaak wordt er straling van verschillende energierijkheid geproduceerd vanuit een bron. Deze straling van fotonen verdwijnt vanaf de bron in alle richtingen met de (relatieve) lichtsnelheid onder correctie van de vacuümfactor (straling die vanuit de bron direct in- of door het object zelf beweegt even buiten beschouwing gelaten) zoals ik deze elders in dit stuk omschrijf. De fotonen die uitgezonden worden vanuit de bron komen uit alle richtingen uit de atomen in- en vanuit de nabijheid van de bron en ook uit de vrije ruimte (het canvas van straling). Dit canvas zorgt weer voor aanvulling van het evenwicht van fotonen ter plaatse.

De fotonen worden begrenst in hun snelheid tijdens dit proces in hoeverre de vacuümfactor dat ter plaatse toelaat. In de lengterichting kunnen fotonen dus nooit vrij worden in ons universum, simpelweg omdat zij niet uit de straal kunnen ontsnappen. De onderlinge afstand van de fotonen in de golf geeft de intensiteit van de straling aan in mijn voorstelling.

Superordening of supervrijlating na een evenement volgt altijd na de binding ten gevolge van de CRSK (afkorting van: Cumulatieve Residuele Sterke Kernkracht - zie nader in dit stuk-). De Werking van de CRSK zorgt voor het proces van bindingsoptimum dat altijd actief is.


Kan straling het effect veroorzaken dat wij “donkere energie” noemen?

Neen, dat kan niet. Donkere energie wordt door een ander fenomeen veroorzaakt naar mijn stellige overtuiging. In een woord gezegd, omdat dit buiten het kader van dit artikel valt, schrijf ik dit toe aan een vacuümwerking. Deze vacuümwerking vormt in het gehele samenspel in ons heelal een unieke  en bijzondere plaats en belang in de werking hiervan. Voor mijzelf heb ik het voorlopig de term “anti-singulariteit meegegeven”. Dit betreft een overgangsfase en komt ook veelvuldig voor in het multiversum. In een ander blogonderwerp heb ik hier al meer mijn gedachten over laten gaan. Zie de links: https://fredbaumgart.blogspot.com/2015/11/het-vacuum-type-3-anti-singulariteiten.html en https://fredbaumgart.blogspot.com/2018/04/anti-singulariteiten-vervolg.html Voor de goede orde: ik zie donkere energie niet als aan vorm van negatieve zwaartekracht. In onderwerpen hierna wil ik verder ingaan op wat ik zie als negatieve zwaartekracht.


Casimireffect

Het hierboven beschreven effect is niet gelijk- of vergelijkbaar met het Casimireffect of ander effect waarbij de creatie van materie intern in het universum geschiedt. In het kort gezegd is mijn visie dat de creatie van materie een reactie is op een (veelvuldig) optredende 4-dimensionale verstoring in de oervorm van het heelal. Zie mijn blogs over dimensies.  


Zwaartekracht, verwar ik geen dingen met elkaar?

Zwaartekracht is een fenomeen, een fundamentele natuurkracht genoemd, die nog door volop mysterie omgeven is. Is de uitwerking van de aantrekkingskracht tussen objecten zoals hierboven omschreven hieraan toe te schrijven?

Er zijn formules voor om deze onderlinge aantrekkingskracht precies uit te rekenen (Newton, Einstein).

Tenzij je de straling ziet als factor waardoor deze "zwaartekracht" zich onderling kan manifesteren, ook tussen objecten, zal het nog lang een mysterie blijven schat ik in.


Zwaartekracht, een fundamentele natuurkracht? (De relatie 1/r^7 en 1/r^2)

In mijn visie is zwaartekracht geen fundamentele natuurkracht te noemen omdat het verschijnsel dat wij zwaartekracht noemen naar mijn overtuiging optreedt als gevolg van een bijwerking van de onderlinge aantrekkingskracht van bundels van kris kras door elkaar heen bewegende straling. De oorzaak van optreden van het verschijnsel zwaartekracht ligt hem naar mijn stellige overtuiging in de residuele werking van de sterke kernkracht in de atoomkernen (CRSK) op de stralingsdeeltjes (fotonen) waardoor een soort (naar omstandigheden variabel) effect van toegenomen deeltjes om de kernen ontstaat, vergelijk het met ijzervijlsel (driedimensionaal) om een magneet steeds verder van de kern wordt het effect natuurlijk ijler maar blijft de straling zich wel onderling aantrekken. Hierdoor ontstaat het effect "zwaartekracht" (De relatie 1/r^7 en 1/r^2)

  
De ankers van de “zwaartekracht”

De hiervoor genoemde deeltjes in de ruimte van de atomen zie ik als de "ankers" van  waaruit zich het hele krachtenspel opbouwt die ons universum en het gehele heelal hun werkelijkheid geven. Zonder deze ankers is er geen heelal mogelijk. In een ander blogonderwerp (  https://fredbaumgart.blogspot.com/2017/03/zwaartekracht-een-fenomeen-dat-optreedt.html ) ben ik al nader ingegaan op deze “ankers”. De samenstelling van het soort atoom heeft grote invloed op de werking die deze ankers uitoefenen.

Rondom de atoomkernen beschrijven de elektronen hun banen op verschillende niveaus. Dit is vaak beschreven en deze baanverwisselingen (hoger of lager) gaan gepaard met het loslaten of invangen van een foton. Rondom de kernen moeten er dus altijd en overvloedig fotonen aanwezig zijn die hun rol in het spel van binden en loslaten vervullen. Dit vindt in immense  aantallen plaats.   


Elektromagnetische kracht en zwaartekracht zelfde verschijnsel? 

Ik denk dat zowel de elektromagnetische kracht als de zwaartekracht beiden overgebracht worden door fotonen (reikwijdte 1/r^2 afname in afstand). De zwaartekracht wordt hypothetisch overgebracht door gravitonen waarvan ik denk dat dit overbodig is te stellen. Vanuit mijn theorieën volgt de verklaring dat ook de zwaartekracht wordt overgebracht door fotonen. De elektromagnetische golven geven in hun canvasverband mede het effect.

Dit houdt in dat beide effecten veroorzaakt worden door de zelfde bron en in feite een fundamentele natuurkracht zijn. Dit zou inhouden dat er niet vier maar drie fundamentele natuurkrachten zijn. De sterke- en de zwakke kernkracht en de elektromagnetische/zwaarte kracht (EZK). De eerste twee op kwantumschaal en de derde zowel op kwantum- als kosmische schaal.

Dus licht: - een golf – heeft een elektrische- en een magnetische component die loodrecht ten opzichte van elkaar bewegen. De magnetische component (ook in de context van het canvas van straling) is ten zeerste actief bij het optreden van het verschijnsel dat wij “zwaartekracht” noemen.


Zwaartekracht emergent?

Wat wij ervaren als zwaartekracht is het logische gevolg uit de door mij omschreven effecten van mijn stelling. Het omschreven effect is er aanwijsbaar, niet alleen, maar ook in de atomen en in het multiversum, (voor de simpelheid even gesteld dat er geen afwijkende omstandigheden kunnen bestaan tussen universums onderling bezien). Overal doet zich het effect zich - oneindig precies tot achter de komma - voor.   


Copyright Fred Baumgart  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten