Magnetisme
Ik
voeg dit hoofdstuk toe omdat magnetisme een bijzondere plaats inneemt in mijn
waarnemingen van hoe onze werkelijkheid is opgebouwd. Ik wil geen diepgaande
verhandeling geven over magnetisme op zich want daar is al voldoende onderzoek
naar gedaan. Meer wil ik ingaan op magnetisme in de context van mijn theorieën
en de parallellen die ik zie in het in elkaar grijpen van de fysische
processen. Magnetisme, waarvan de werking zich uitstrekt van kwantum tot
kosmische schaal, is een prachtige fysische uitingsvorm - en geeft daarom
inzicht - van optreden van sommige natuurkundige processen die zich ook
voordoen en aanwezig zijn in andere processen. Bijvoorbeeld bij hoeveelheden
atomen in andere materialen dan bijvoorbeeld ijzer waarbij de atomen niet
“magnetisch gerangschikt zijn” en waarbij de buitenste elektronenschillen dus
niet massaal en eenduidig en gelijkgericht de zelfde kant opdraaien.
Bij
magnetisme is sprake van een elektromagnetische golf die zich door- en langs
(in tegenovergestelde richting) de magneet of het magnetische veld beweegt.
Doordat het een elektromagnetische beweging betreft is hierin zowel de
magnetische- als de elektrische component aanwezig.
HOE ONTSTAAN MAGNETISCHE VELDEN?
Magnetisme is een op universele
schaal voorkomend verschijnsel. Zonder dit verschijnsel is onze wereld waarin
wij leven, onze werkelijkheid, niet mogelijk. Er zijn vele manieren waarop
magnetisme optreedt. Voor het beeld in de context van mijn theorieën benadruk
en noem ik er enkele om mijn visie duidelijk te kunnen maken.
A. In objecten met verschillende
lagen die ten opzichte van elkaar bewegen.
In bijvoorbeeld de Aarde treedt als
gevolg van de beweging van de kern ten opzichte van hogere lagen een verschil
in snelheid op. Dit veroorzaakt een sterke reorganisatie van fotonen in de
atomaire ruimtes van de diverse lagen ten opzichte van elkaar in een bepaalde
richting. De fotonen komen massaal in beweging tussen de atomen in een stroom
die zich in afgebogen banen gaat bewegen door- en rondom het object heen. Ik
stel mij voordat de elektronen pas in beweging komen als er een verbinding
ontstaat of bestaat waardoor deze zich kunnen gaan bewegen naar een gebied met
een lagere spanning. Bijvoorbeeld ten gevolge van een geleidingsdraad tussen de
polen van een hoefijzermagneet. Als er geen verbinding is dan moet er wel
alleen sprake zijn van verplaatsing van fotonen.
B. In gewone magneten.
Hier ontstaat de fotonenstroom
doordat de fotonen intern in de atomaire ruimtes van de magneet door de
polariteit van de atomen in een bepaalde richting worden geleid. Aan het eind
verlaten de fotonen het object. Aan de andere zijde van het object treedt een
tekort op dat weer opgevuld wordt door fotonen die de atomaire ruimtes van het
object weer ingaan en beweging naar de andere pool. Rondom de magneet zal het
fotonenoptimum zich ook weer gaan herstellen. Dit treedt dan op in de vorm van
banen waarin het overschot van de ene zijde zich het tekort aan de andere zijde
als het ware opvult tot het te bereiken optimum. Dit hiervoor omschreven
mechanisme verklaart ook waarom tegenovergestelde polen van magneten elkaar
aantrekken en dezelfde polen elkaar afstoten. Dit aantrekken is dus het
geval van noord-zuid en zuid-noord tegen elkaar aanhouden. Twee uitzendende
polen stoten elkaar af. Twee ontvangende polen trekken elkaar ook niet aan,
fotonen verdringen zich bij het aanvullen en het zoeken naar het optimum in hun
splitsing naar welke magneet zij gaan. Door de werking van de fotonen treedt in
deze laatste twee gevallen (noord op noord en zuid op zuid) een vorm van
“anti-zwaartekracht” op.
Ik
voeg dit onderwerp toe omdat magnetisme in ons universum een massaal optredend
verschijnsel is. Doordat magnetisme een aantrekkingskracht of afstotingskracht bezit
heeft het een verband met donkere materie. Immers, hoe klein of groot de
schaal, door veranderingen in het magnetisch veld verandert de
aantrekkingskracht tussen objecten. Dus kan er spontaan donkere materie
verdwijnen of worden toegevoegd? Dit lijkt ook hoogst onwaarschijnlijk.
D. Op atomair niveau waarin deeltjes actief
zijn.
Door “spin” (links of rechtsom draaiend) wekken zij een magnetisch veldje op.
Magnetisme
kan door verschillende oorzaken worden opgewekt. Bijvoorbeeld bij het
aardmagnetisch veld in de ruimte ordent zich het canvas van straling ook naar
de invloed van de magnetische activiteit van de Aarde.
Magnetisch veld van de Aarde. Afbeelding:
nasa.gov
Hier
boven heel bijzonder een impressie van het aardmagnetisch veld. Let ook
speciaal in de context van mijn theorieën op de verschillen in de vormen van de
krachtlijnen en de hoeveelheden hiervan van de zonzijde vergeleken met de donkere
zijde. Mede belangwekkend vanuit mijn gehele theorie is dat het magnetisch veld
ingedrukt en uitgerekt kan worden. Dit houdt mede in dat er een rechtstreekse
wisselwerking aanwezig moet zijn tussen het canvas van straling (zowel deeltjes
straling als fotonenstraling als welke straling dan ook) dat inwerkt op het
magnetische veld. In de lijnen zoals in de afbeelding heersen volgens de regels
van de algemene relativiteitstheorie van Einstein verschillen in de ruimtetijd.
Immers volgens mijn verklaringen van het canvas heersen er verschillende diktes
in concentratie. Wij kijken dus ook aan tegen een vorm van zwaartekrachtgolven,
zo is mijn overtuiging.
Bij
magnetisme spelen elektronen en fotonen de hoofdrol. Slechts in een aantal
metalen kan magnetisme duidelijk zichtbaar gemaakt worden, waarvan ijzer de
belangrijkste is. Magnetisme kan natuurlijk ook zichtbaar gemaakt worden door
het voeren van een elektrische stroom door een koperen leiding bijvoorbeeld.
Dan ontstaat er een magnetisch veld rond de draad.
Bij
magnetisme van een magneet hebben de elektronen om de kern een eenduidige draaiing
per atoom, voor de voorstelling - linksom of rechtsom (niet te verwarren met de
“spin” want dat betreft het deeltje zelf). Door deze draaiing om de kern richten
de atomen zich om en om in aaneen geschakelde “strengen” van in gelijk
geschakelde richting. De elektronen in de buitenste schil draaien dan ook in
gelijke richting om de kernen. Zij vormen ketens van opeenvolgende in dezelfde
richting draaiende elektronen. Hoe perfecter de rangschikking geordend is des
te sterker is de magneet. Breek je een magneet in tweeën in de breedte dan
ontstaan er twee magneten met dezelfde eigenschappen.
Als
je de twee uiteinden een stukje uit elkaar houdt voel je feitelijk wat er zich
in de magneet moest afspelen zoals deze twee delen nog aan elkaar zaten.
Door
deze snoeren gaan zich, in interactie met elektronen, fotonen bewegen van de
ene pool van de magneet naar de andere pool.
Aan
het eind van de "interne" reis gekomen maken de fotonen in een
gebogen baan op verschillende afstand van elkaar een "externe" reis
naar de andere kant van de magneet. Dit is een tot zeer sterke werking die in meerdere gedaanten zijn
uitwerking kan hebben, bijvoorbeeld het aardmagnetisch veld. Dit veld is zo
sterk dat levensgevaarlijke straling uit de ruimte grotendeels wordt
tegengehouden door dit veld en afgevoerd richting de polen zodat wij ertegen
beschermd zijn
De
fotonen in het vrije deel hangen naar mijn voorstelling niet stil anders is de
gehele “cirkel” doorbroken. De fotonen vormen (voor een deel) weer de
aanvulling aan de nadere kant.
Beschrijven
elektronen de magnetische baan intern en extern?
Ik
denk niet dat de elektronen die rol vervullen in het magnetisme zoals ik dat beschreven
heb. Een vele malen grotere hoeveelheid elektronen in de atomaire ruimte als
aanwezig om het atoom “draaiende” te houden lijkt mij niet logisch. Ook niet
dat de elektronen als het ware in een richting opgezweept worden in de magneet
om daarna weer in een boog aan de andere kant terug te keren lijkt mij ook
onlogisch. Het enige logische lijkt mij dat fotonen geneigd zijn deze weg
volgen. Daar zijn er ook genoeg van.
Kan
je dat testen?
Als
je een hoeveelheid materie hebt en je creëert een ruimte (zowel buiten als
binnen de atomen) waar totale afwezigheid van fotonen (en canvas van straling) heerst,
behoudt een magneet dan zijn sterkte?
En
zo ja, wat ik niet denk, welk deeltje of deeltjes zijn dan verantwoordelijk
voor het optreden van de magnetische verschijnselen van de magneet?
Is
een magneet een zwaartekrachtmachine en omgekeerd een anti-zwaartekracht
machine? Kunnen wij dat zeggen?
Ik
zal de vraag het binnen het kader van mijn theorieën trachten te
beantwoorden.
In
mijn theorie stel ik dat de elektromagnetische kracht en de zwaartekracht een
en dezelfde kracht zijn die beiden door fotonen (in de hoofdzaak) worden
overgebracht. De magnetische golf van de oscillatie van het foton is hier de
werkende kracht die de zwaartekracht teweegbrengt. De relatieve magnitude is
laag maar deze is er onmiskenbaar wel.
Uit
het vervolg van mijn artikelen zal blijken dat ik van mening ben dat fotonen
altijd een spin hebben en ook altijd een massa vertegenwoordigen, ook als zij
in een golf voortbewegen. Daarom denk ik ook dat fotonen altijd een magnetisch
moment hebben. Bijvoorbeeld in een elektromagnetische golf reizen de fotonen
aaneengeschakeld met de plus- aan de minpool van het volgende foton enzovoort
voort.
Bij
magnetisme komen de fotonen in hun volle belang weer naar voren.
In
gevallen van materialen die geen magneet zijn is er natuurlijk wel een soort
magnetisme, alleen de elektronenschillen wijken in hun draaiing af van die waar
wel magnetisme is. Het speelt alleen op een veel kleinere schaal. Zelfs in een
enkel atoom is er sprake van (een complex samenspel van) magnetisme.
Zoals
ik in dit stuk opmerk is datgene wat wij zwaartekracht noemen een gevolg van een
residuele werking van de sterke kernkracht op fotonen. Hierdoor kunnen
verschillende concentraties in aantrekkingskracht optreden waardoor onze
werkelijkheid, die waarin wij leven, mogelijk wordt. Ik heb hierover reeds
veelvuldig geschreven.
Bij
twee gelijkgestemde polen stoten de fotonen elkaar af en bij tegenovergestelde
trekken zij elkaar aan en speelt het bovengenoemde effect van rondgang intern
en extern op grotere schaal. Bij afstoting kan een van de magneten zweven ten
opzichte van de andere. (Zie ook magnetische treinen). Als het ware overruled
het laatstgenoemde effect de plaatselijke zwaartekracht.
Andere
materialen als de magneet hebben geen overheersende magnetische
eigenschappen, echter bij de magnetische trein bijvoorbeeld worden ook alle
niet aan magnetisme onderhevige massa zoals de reizigers, kleding en andere
materialen gewoon opgetild.
Het
lijkt mij volstrekt onwaarschijnlijk dat er in het geval van aantrekken er
ineens en ter plaatse veel meer en bij afstoten ineens veel minder donkere
materie zich tussen de fotonen en het materiaal is gaan vormen. Het klinkt ook
tegenstrijdig en onlogisch. Ook zeer snel vervallende deeltjes kunnen niet de
oorzaak van het verschijnsel zijn. Tenzij de fotonen ten gevolge van de
magnetische werking dit verschijnsel veroorzaken.
Magneten in de ruimte schijnen dezelfde eigenschappen
te hebben als hier op de Aarde. Dit komt omdat elektromagnetische straling,
anders dan bij geluid, zich ook in de ruimte kan verplaatsen. Dus ook de bij
breken van een magneet krijgen wij dezelfde effecten als op Aarde. Vormt zich
dan ook meer of verdwijnt donkere materie dan ineens, nee natuurlijk niet.
Als
je bij magneten gelijke polen tegen elkaar houdt volgt afstoting. Dit komt
doordat de elektronen van de buitenste elektronenschil dezelfde draaiing hebben
en daarmee het gedrag en richting van de fotonen beïnvloeden. Bij aantrekking
juist omdat de elektronen de tegenovergestelde draaiing hebben. Het ligt er dus
aan van welke richting je het bekijkt.
Bij
verhitten van een magneet verliest het de magnetische eigenschappen en wordt
gedemagnetiseerd. Toevoeging van straling heeft dus een verstorende werking.
Bij sterke mechanische inwerkingen zoals stoten kan er ook een verandering
plaatsvinden. De impact van de botsing verstoort dan de ligging intern van de
atomen binnen in de magneet waardoor het zijn kracht – deels – verliest.
Zouden fotonen ook stil kunnen staan?
In januari 2019 kreeg ik een merkwaardig en bijzonder
inzicht betreffende fotonen.
Ik dacht aan magnetisme van een rond object zoals de
Aarde bijvoorbeeld. Dat er een drukte van belang heerst van fotonen daar ben ik
wel achter, alleen de banen van het aardmagnetisch veld zetten mij te denken,
ook omdat ik laatst dacht aan de ringen van Saturnus en waarom die zich precies
in het midden van het magnetisch veld manifesteren.
Saturnus toont in dit kader ook nog een bijzonder
verschijnsel. Namelijk zijn ringen, die zich prachtig in het midden van de
planeet gevormd hebben. Precies waar de magnetische banen de grootste relatieve
boog ten opzichte van de magnetische zuid- en noordpool maken. Door de situatie
van de bogen is er een andere concentratie van fotonen dan aan de voor- en
achterzijden, die daarvoor niet optimaal gelegen zijn mede door de richting van
de inkomende of uitgaande fotonen van de polen. Dit verklaart mijns inziens ook
deels waarom deeltjesstraling, uitgezonden door bijvoorbeeld de zon afgebogen
worden door het magnetische veld. Immers wij zien het noorderlicht of het
zuiderlicht. De inkomende deeltjes worden traploos ingevangen door het
magnetische veld en worden in de richting van de polen geleid.
De samenstelling van de krachtlijnen van de fotonen in
het midden gelegen van de beide magnetische polen zorgt voor verschillen in de concentratie van
gravitatie. Ook het magnetisch krachtveld van de planeet zelf tezamen met de
middelpuntvliedende kracht (want de ringen willen ook weg bewegen van de
planeet) oefenen hun krachten uit. Samen zorgen zij er voor dat de ringen hun
prachtige vorm hebben kunnen innemen.
Afbeelding uit Wikipedia, aardmagnetisch
veld.
Dit lijkt tegenstrijdig als je beziet in mijn
voorbeeld van de deeltjes van het noorderlicht die naar de polen worden bewogen
en het voorbeeld van de ringen van Saturnus die stil in het midden blijven
hangen.
Individuele fotonen lijken dus een soort van eigen
zuid- en noordpool te bezitten welke haaks gericht staat naar de kern van het
(in dit geval ronde) object.
In het geval van gravitatie heb je naar mijn mening te
maken met twee verschillende werkingen die naast elkaar van kracht zijn.
1.
Die vanuit het object zelf. De fotonen staan
noord-zuid geordend aaneengeschakeld haaks op het object en;
2.
Die vanuit de magnetische werking door- en rondom het
object. De fotonen staan noord-zuid geordend aaneengeschakeld en voeren door de
magnetische veldlijnen.
Samen maken zij deel uit van het gehele canvas van
straling, hebben interactie en beïnvloeden elkaar wel, maar voeren zij hun
specifieke werking uit. Gevolg is dat ook hier verschillen in concentraties van
het canvas van straling optreden.
Hoe sterker de magnetische eigenschap (en zwaarte) van
het object hoe sterker de werking van de fotonen langs de magnetische banen er
omheen. (Stel het voor als driedimensionaal gedrag van ijzervijlsel rondom een
rond object). Om het object heen vormen zich dus krachtlijnen van fotonen die
in het midden groter zijn en toelopen naar de polen toe. (Zie de afbeelding
hierboven, weergegeven in een sferisch object).
Magnetische veldlijnen 2 dimensionaal gevisualiseerd
met ijzervijlsel. Afbeelding uit Wikipedia magnetisme.
Elders in dit stuk heb ik geconcludeerd dat de
fotonengolven in de lengte niet uitrekbaar zijn (met inachtneming van de
vacuümfactor, hier kom ik later op terug, ook in het perspectief van de
algemene relativiteitstheorie van Einstein). Aan de breedterichtingen zijn zij
echter wel in concentratie te beïnvloeden (zwaartekrachtlenzen bijvoorbeeld).
(Ook in “los” verband overigens is de aantrekking onderling aanwezig). De
fotonen van magnetische velden ondervinden dezelfde effecten om een object
heen. Daardoor is het magnetische veld sterker naarmate je dichter bij het
object komt. Totdat het object zijn magnetische eigenschappen, door wat voor
oorzaak ook, verliest natuurlijk.
Fotonen klitten niet aan elkaar en zoeken in de ruimte
van- en rondom de objecten automatisch de juiste dichtheid in de vorm van een
optimum. Hierdoor ontstaat het driedimensionale fotonen-canvas waarvan ook de
stralingsbundels (golven) van fotonen (die er kriskras ook doorheen gaan) deel
uit maken.
Als magnetische velden optreden – zo is mijn stelling
dus – komen er plaatselijk wisselende concentraties van fotonen tot stand die
door de magnetische velden worden veroorzaakt. (Dit is een afgeleide van mijn
CRSK theorie). Ook in situaties dat er geen (sterk) magnetisch veld is treedt
deze concentratie van fotonen op, alleen (veel) minder sterk. De fotonen formeren
en groeperen zich naar de vormen van de krachtlijnen die wij waarnemen als de
onderhavige magnetische banen van het object.
De fotonen blijven zich geconcentreerd ophopen rondom
de atomen en spelen het spel mee als de elektronen van baan verwisselen. Bij
hevigere evenementen zoals het aansteken van een lamp bijvoorbeeld komen ten
gevolge van de hevige reacties waarbij veel elektronen betrokken zijn
gebeurtenissen op gang. Deze gebeurtenissen ontladen zich (mede) in gerichte
uitzending van fotonen, hierover later meer.
Vanuit mijn theorieën vloeit dus de stelling voort dat
fotonen een heel bijzondere plaats innemen in vraagstukken rond gravitatie (en
volgens mij dus ook donkere materie). En ook of zij een actieve en
doorslaggevende rol spelen bij evenementen waarbij magnetische betrokken is. Fotonen
en ook die betrokken zijn bij magnetisme
zijn volgens mij de wezenlijke bestanddelen van wat wij “zwaartekracht” noemen.
Ik ga er voorlopig in mijn stellingen van uit dat fotonen die zich rondom
elektronen ophouden dit doen in een baan om het elektron. Het is bekend dat bij
processen op kwantummechanische schaal (bijvoorbeeld sommige waarbij
annihilering tussen een elektron en een positron optreedt) een foton wordt
losgelaten. Ik ga hier even niet verder op in want dan dwaal ik te veel af van
mijn onderwerp.
Hoe sterker de magnetische eigenschap hoe meer fotonen
geconcentreerd aanwezig zijn. Het neemt echter niet weg dat bij een object dat
geen magnetisme opwekt (bijvoorbeeld bij een statische kern van een
hemellichaam) geen concentratie van fotonen optreedt. Dit is weer het geval
maar alleen relatief minder. Hoe zwaarder en meer opeengepakt de atomen zijn
hoe meer fotonen zich ook in- en rondom het object ophouden. Gevolg: meer
effect dat wij zwaartekracht noemen.
We kennen allemaal het voorbeeld van een sleutelbos
dat aan een ijskast wordt opgehangen. De zwaartekracht van onze planeet met
zijn enorme massa legt het af tegen de magnetische werking van de magneet.
Klopt mijn redenering dan niet? De sleutels kunnen alleen maar blijven hangen
door de ordening van de atomen en de gang van de fotonen in de krachtvelden en
werking zoals ik hierboven en in mijn theorie heb beschreven. Verifieerbaar?
Ja, ik denk het wel. Laat de magneet maar eens langzaam zijn werking verliezen
door deze te verhitten of anderszins zijn werking te laten verliezen. Er komt
een moment dat de aantrekkingskracht van de Aarde het glansrijk gaat winnen van
de magneet. De sleutels vallen naar de Aarde toe en op enig moment de magneet
zelf ook. Wat is er dan veranderd aan de magneet? Alleen maar de onderlinge
ordening van de atomen, meer niet.
Er zijn legio andere voorbeelden te bedenken. In iets
andere omstandigheden: zet de stroom uit van een magnetische trein. Hier wordt
de elektronenstroom stopgezet (met gevolgen voor de fotonen in de interacties)
waardoor het magnetische veld op slag verdwijnt. Gevolg: de trein zakt terug
naar de rails ten gevolge van het opheffen van de (negatieve) zwaartekracht ter
plaatse. Verifieerbaar? Dit is al talloze malen aangetoond.
En zo kan ik voorlopig nog wel even doorgaan.
Mijn conclusie kan dus niet anders zijn dan:
Zwaartekracht = elektromagnetische kracht = magnetisme
= donkere materie.
In mijn artikel “Mijn zienswijze en termen” geef ik
een bondige uitleg van de basisgedachten van waarop ik mijn artikelen baseer.
Copyright Fred Baumgart