Bij evenementen waarbij elektronen betrokken zijn, zijn automatisch effecten- en gevolgen met fotonen aanwezig, denk ik. Dit is een onlosmakelijke combinatie. Eerder heb ik al opgemerkt dat de (inter)atomaire ruimtes niet leeg zijn op protonen, neutronen en elektronen na maar dat het er een drukte van belang is onder andere met zich daar aanwezig zijnde (afhankelijk van de aanwezige massa) enorme hoeveelheden fotonen. (En ook andere deeltjes natuurlijk. Omdat elektronen; protonen; neutronen en fotonen verreweg het meest voorkomen concentreer ik mij hierop. Invloeden van andere deeltjes probeer ik zoveel mogelijk te begrijpen in hun effecten op mijn onderwerp).
Soms gedragen fotonen zich als golf en soms als
deeltje is de wetenschappelijke opvatting. Ik denk dat fotonen altijd een
zekere massa vertegenwoordigen, zie ook mijn toevoegingen hierover in mijn
blogartikel “Mijn zienswijze en gebruikte termen”. (Gedraging in een golf is
voor mij hetzelfde als een gedraging in de vorm van een reeks deeltjes.
Omgekeerd kan je ook zeggen dat een los foton een bouwsteentje is van een nog
te vormen golf.)
Fotonen kunnen zich in en rondom het atoom voordoen. Maar
ook kunnen zij zich voordoen in elektromagnetische golfpatronen. Dat zij met
grote kracht uitstralen en weg bewegen van het object komt doordat ten gevolge
van een evenement het optimum van fotonen rondom het lichaam (ernstig) verstoord
raakt en zij daardoor met grote kracht moeten uitwijken op “zoek” naar een
ander optimum. Afhankelijk van het evenement dat daaraan ten grondslag ligt kan
deze uitwijking met verschillende intensiteiten en gerichtheden plaats vinden.
Daar het uitzendende lichaam de neiging heeft om fotonen vast te houden vindt
loslating zodanig plaats dat zich hieruit golven vormen.
Dit hiervoor genoemde uitwijken verklaart ook waarom
licht zo lang en snel door de ruimte blijft bewegen. Het licht, de fotonen, kunnen
pas tot rust komen als het zich in optimale vorm rond materie kan gaan
situeren, “nestelen”.
Massa - snelheidsrelatie
Alle materie in ons universum heeft een zekere massa.
Van elementaire deeltjes tot sterrenstelsels aan toe. Ik beperk mij in dit stukje
tot de elementaire deeltjes (alle materie gehoorzaamt overigens aan dezelfde
wet).
Ieder elementair deeltje (waarvan er veel zijn) van
het periodiek systeem heeft zijn eigen massa. Dit kan relatief zwaar zijn maar
ook heel licht, bijvoorbeeld een foton (die volgens mij ook een plaats in het
periodiek systeem toekomt). Hoe zwaarder het deeltje, hoe langzamer de
snelheid. Hoe lichter dus hoe hoger de snelheid (foton genoemd lichtsnelheid).
Ik stel dat alle materie zich naar de buitenzijde van ons universum beweegt
onder invloed van wat wij de “donkere energie” noemen. Ik heb hier al veel over
geschreven.
Als bijvoorbeeld een zwaarder deeltje door de zon
wordt uitgestoten beweegt het zich niet voort met de lichtsnelheid maar met een
veel lagere snelheid. Deze deeltjes ondervinden net als het foton de werking
van het vacuüm van de donkere energie om zich naar de buitenrand van het universum
te begeven, wat zij in beginsel dus ook allemaal doen. Alle deeltjes hebben hun
snelheid dus al in zich. Bij de loslating (door bijvoorbeeld een object) zijn
zij vrij, hun relatieve snelheid van hun materie hadden zij al.
Als mijn stelling juist is dan zegt deze relatieve
snelheid dus veel over de samenstelling en massa van het deeltje. Metingen in
de ruimte onder correctie van de wiskunde van de algemene relativiteitstheorie
kunnen dus heel veel gaan vertellen over de onderscheidenlijke deeltjes.
Dit zou dan een nieuwe tak van wetenschap kunnen gaan
worden, dit naast en in vergelijking met gedragingen- en onderzoek van deeltjes
op kwantumniveau.
Alle materie ondervindt aantrekkingskracht ten
opzichte van elkaar. Dit houdt in dat een hoeveelheid materie (in individuele
deeltjes in golven uitgezonden) altijd aangetrokken wordt door objecten en
structuren in ons universum (bijvoorbeeld sterrenstelsels in de grote context van
de sponsachtige structuur). Zij kunnen dus niet in een rechte lijn ontsnappen
en worden (nagenoeg) altijd afgebogen de structuur in.
Ons gehele universum, onze werkelijkheid, gehoorzaamt
in zijn geheel aan dezelfde wet. Het vacuüm van de “donkere energie” trekt in
zijn geheel, ongelooflijk precies tot oneindig achter de komma aan de materie
(in zijn perfecte samenstelling van elementaire deeltjes) van ons
universum.
Blijkbaar is in ons universum een overschot aan
fotonen die zich niet kunnen nestelen rondom de atoomkernen. Deze in de ruimte
voortbewegende fotonen vertegenwoordigen een geweldige hoeveelheid materie. De
fotonen die zich ophouden bij- en rondom de atomen natuurlijk ook. Beide momenten
in het bestaan van de fotonen in ons universum vertegenwoordigen een
onlosmakelijke eenheid. Zij creëren - mede - het canvas van straling dat het
krachtenspel tussen de objecten in stand houdt. Ook alle andere fenomenen zoals
verdwijnen in een zwart gat houden hier rechtstreeks mee verband. Echter niet
donkere energie, dat is een ander fenomeen.
WAAR BLIJFT DAN DE ENERGIE? Als fotonen (ook die in golven) materie zijn
dan is dit de vraag die zich onmiddellijk aandient. Heel bijzonder sluit dit
aan met mijn stelling dat in ons universum geen 100% van de lichtsnelheid
behaald kan worden. (Hiermee bedoel ik dan om die snelheid te behalen dat
daarmee de waarde E (pure ontstaansenergie) geëvenaard wordt, het blijft
natuurlijk wel licht met zijn bijbehorende specifieke snelheid in onze
4-dimensionale werkelijkheid). Wel moet met toenemende snelheden exponentieel
veel impuls in relatie tot de te verplaatsen massa toegevoegd worden om hele
hoge snelheden te halen. Echter.. het is geen energie maar materie dat je als
brandstof laat reageren die de trigger tot de snelheden vormt. Het blijft
echter allemaal gebaseerd op materie. Dat is ook meteen de reden waarom deze
extra op snelheid gebrachte materie weer de neiging heeft om snelheid te
verliezen als de krachtbron is uitgeschakeld. De deeltjes van de voortgestuwde massa
keren weer in hun samenhang weer terug naar hun oorspronkelijke snelheid
behorende bij de op die plaats en dat moment horende ontsnappingssnelheid
(overeenkomstig de algemene relativiteitstheorie van Einstein) uit ons
universum. De enige plek waar pure E energie (uit de speciale
relativiteitstheorie van Einstein) voorkomt is het als 1 dimensionaal voor te
stellen oerheelal (voor mijzelf noem ik dit de 1e hoofddimensie, wij
leven in de 2e hoofddimensie – zie eerdere publicaties -) waarin het
multiversum kan bestaan. Hier is E=mc2 werkelijk van toepassing
(Einstein heeft vanuit dit uitgangspunt volkomen gelijk). Aan de uiterste
buitenkant van de anti-singulariteit in het vacuüm waarin het verschijnsel
optreedt dat wij de donkere energie noemen is de overgang van terugkering van materie
in energie.
Ik denk dat ik er in dit stuk al uitgebreid genoeg op
in ben gegaan maar wellicht ten overvloede: door het canvas van straling tussen
de objecten en het gedragen van de fotonen (beginnend vanuit het atoom zelf)
wordt dus de aantrekkingskracht doorgegeven zodat het verschijnsel dat wij
aantrekkingskracht noemen zich kan manifesteren en objecten aan elkaar kunnen
trekken. Dit is volgens mij ook het wezen van de verklaring van de donkere
materie waar wij naar op zoek zijn. Zie ook mijn opvattingen over elektriciteit
(relatief kort dragend) en magnetisme (dragend over de lange afstand).
Zijn elektronen trossen fotonen? Dat
kan ik nog niet beoordelen. (Het lijkt mij geweldig om in een hiervoor
geschikte versneller elektronen op elkaar te laten botsen en te zien wat er
gebeurt. Valt het uiteen in het puntdeeltje en een hoeveelheid afgeschudde
fotonen?) Wel kunnen fotonen zich in verschillende lagen rondbewegen rondom de
kernen (zeker in combinatie met elektronen). Bij veranderen van hoogte van baan
van elektronen gaat dit gepaard met het loslaten of aantrekken van een foton.
Dit houdt dus in dat een elektron meerdere fotonen aan zich gebonden kan
hebben.
Elektronen worden vaak voorgesteld
als in alle richtingen ronddraaiend rondom de kern in plaats van in de vorm van
een schijf als planeten rondom een ster. Bewegen rondom de kern in de vorm van
een schijf lijkt mij ook iets aannemelijker. Ik stel mij een atoom ook voor als
een piepklein zonnestelseltje in zijn meest elementaire vorm.
Voor het juiste begrip: zwaartekracht
treedt niet alleen op als er sprake is van een magnetische werking.
Zwaartekracht treedt altijd op waar fotonen aanwezig zijn, in welke
hoedanigheid zij ook verkeren (in een golf, in een magnetische omgeving van
bijvoorbeeld een magneet of juist waar er geen magnetisme optreedt,
bijvoorbeeld bij een statische kern van een object).
Een verdere gedachte over fotonen
Ik filosofeer even verder:
In mijn overwegingen vervullen
fotonen hun eigen plaats. Hiermee zouden zij dus de plaats van een niet verder
deelbaar deeltje innemen, een puntdeeltje.
De magnetische fase en de
elektrische fase van een foton die - in een golf, en alleen daarin? – loodrecht
op elkaar staan blijven mij fascineren. In mijn stellingen denk ik dat ik
gemotiveerd genoeg aangeef dat een perfect vacuüm in ons universum niet kan
voorkomen. In mijn gedachten denk ik dan wel eens dat een foton uit drie onderdelen
bestaat. Een onderdeel met de magnetische eigenschappen, een onderdeel met de
elektrische eigenschappen en een massa-onderdeel.
Waarom denk ik dit?
Hiervoor moet ik terug naar mijn
invulling van hoe het oerheelal er uit ziet. Ik ga hier even niet verder op in
omdat ik hierover al heel veel geschreven heb. In deze publicaties schrijf ik
over de “paradox”. Juist denkend vanuit deze paradox kom ik tot het denkbeeld
dat een foton, in onze werkelijkheid, bestaat uit een deeltje met drie
verschillende eigenschappen:
1. een deel met de magnetische eigenschap die in de eerste
hoofddimensie de eigenschappen geen afstand en geen tijd vertegenwoordigt (het
samentrekkingseffect, verantwoordelijk voor het verschijnsel van de
zwaartekracht in onze hoofddimensie);
2. De elektrische eigenschap. Deze vertegenwoordigt de
oneindige afstand en de oneindige tijd. In onze werkelijkheid, licht in het
gehele spectrum.
3. Het massa onderdeel.
In de verschillen die ik benoem in
de paradox in mijn publicaties is ook het verschil te verklaren tussen een
positieve of negatieve keus van een universum. (Het effect van de paradox is
immers niet neutraal maar oneindig krachtig omdat de krachten elkaar niet
kunnen opheffen.)
Tijdens de vorming van onze
werkelijkheid, de 4 dimensionale verstoring in eerste hoofddimensie, heeft zich het uitvouwen van deze eigenschappen
plaats gevonden. In deze vorming heb ik het in deze context alleen over de
enkelvoudige fotonenvorming op zich. Niet over de vorming meteen hierna van
overige elementaire deeltjes en los van de vraag of alle materie – de
elementaire deeltjes - buiten de fotonen uiteindelijk opgebouwd zijn uit een
soort van fotonenachtige combinaties.
In mijn stukken schrijf ik over mijn
conclusie dat 100% vacuüm niet kan voorkomen in ons universum (oorzaak de
paradoxale toestand van het oerheelal, waarover ik al veel geschreven heb). De
E uit de beroemde formule van de speciale relativiteitstheorie kan bij ons dus
niet voorkomen. Om deze E te bereiken is – ik zeg even voor het gemak (mc2)
– onbeperkte energie benodigd. Wij hebben in onze werkelijkheid slechts te
maken met de uitwerking van de algemene relativiteitstheorie van Einstein.
Ik denk dus dat een foton (ik beperk
mij tot het foton) is opgebouwd uit drie
eigenschappen die met elkaar verbonden zijn. Waar zij zich ook bevinden
in ons universum. Ook of deze fotonen in de atomaire ruimte, los in het
universum, of in een golf bevindt en in het geval van magnetisme.
Doordat er geen perfect vacuüm is,
is er in het geval van een foton dus altijd sprake van materie.
Is het bestaan van een foton uit de drie
hiervoor genoemde eigenschappen verifieerbaar of falsifieerbaar?
Het lijkt mij zeer moeilijk omdat ik
geen omstandigheid zou weten te bedenken om een perfect (100%) vacuüm te
creëren. De overgang van materie in energie vindt plaats steeds meer naar de
buitenrand van de anti-singulariteit. (Zie mijn eerdere publicaties hierover).
Pas op dit moment bij het bereiken van de benodigde snelheid (mc2)
kan weer omzetting plaatsvinden van alle materie in pure ontstaansenergie. Als
deze omgekeerde gebeurtenis van materie naar pure energie, gezien de enorme
snelheid die behaald moet worden niet kan plaatsvinden dan blijft altijd een
vorm van materie en in zijn totale hoedanigheid als een universum is uitgewerkt
een vorm van “vervuiling” in de 1 dimensionale toestand van de eerste
hoofddimensie.
Kunnen wij een foton splitsen op een
andere manier of dit benaderen met een gedachten experiment?
Als er een plaats of omstandigheid
valt te bedenken waarin wel elektriciteit maar geen magnetisme (zwaartekracht,
hoe gering ook) valt te beredeneren dan houdt dit deel van mijn theorie geen
stand. Ik kan mij echter geen golven van licht in het spectrum bedenken die geen
elektromagnetische puls hebben.
Dus kun je “zwaartekracht” splitsen
van de hierop altijd loodrecht staande elektrische fase van de golf en visa
versa? Volgens mij niet (in ons universum dan) want je houdt dan alleen maar of
magnetisme (zwaartekracht) over of alleen maar elektriciteit. Dat kan dus niet,
zwaartekrachtlenzen bijvoorbeeld laten ons zien dat golven beïnvloedbaar zijn
door de zwaartekracht en deze elektromagnetische golven hebben als kenmerk –
ongeacht de intensiteit - dat deze zowel de magnetische als de elektrische golf
bezitten.
Massa-energierelatie, rustmassa,
spin, en magnetisch moment van het foton
Doordat er geen perfect vacuüm is,
is er in het geval van een foton dus altijd sprake van materie.
Massa-energierelatie
Het foton komt in ons universum
altijd voor in de formule van Einstein E=mc2 aan de materie
kant van de vergelijking. Simpelweg om het gegeven dat dus 100% van de echte
lichtsnelheid, daargelaten het kwadraat ervan (dat dus de echte overgang naar
echte energie inhoudt), niet te halen valt.
Het foton, (ijkboson -fungeert als
drager van een fundamentele natuurkracht-), moet dus zowel in rust als in massa
(golven bestaan uit materie) uit materie en niet uit energie bestaan. Er kan
wel een hoop effect uitgaan van een golf of massa fotonen maar pure energie is
het nog niet. (Tijdens kernproeven hebben soldaten in de loopgraven het skelet
van hun collega’s kunnen waarnemen. Het deel van de vrijkomende
elektromagnetische straling die dit veroorzaakte (röntgenstraling) bestond natuurlijk
uit deeltjes en niet uit energie (hiermee bedoel ik natuurlijk de pure E uit de
linkerkant van de formule van Einstein).
Rustmassa
Fotonen zijn elementaire deeltjes
met een - zeer geringe - rustmassa (het kan volgens mij niet anders) en dat is
ook de reden dat zij zulke hoge snelheden kunnen behalen naarmate het vacuüm
steeds perfecter wordt benaderd. Voor andere materie is dit een heel ander
geval. Die bewegen zich veel langzamer voort. Ook in een vacuüm.
De oorzaak van het hiervoor genoemde
effect is mijns inziens de werking van de “donkere energie” in de context zoals
ik het in mijn theorie beschrijf. Alle straling of materie heeft uiteindelijk
de neiging om zich meteen en in rechte lijn naar enig punt aan de buitenzijde
van het vacuüm te bewegen. Beschouw het als een bol, al dan niet afgeplat - waarin wij zitten, het kan dus elke kant op in
beginsel. De fotonen met hun - immens kleine -
massa zullen ten gevolge hiervan met een veel hogere snelheid het vacuüm
uitgezogen (maar niet sneller dan de dichtheid van het vacuüm dat ter plaatse
toelaat) worden dan andere materie. Door de aantrekkingskracht intern van
materie intern in ons universum krijgen wij te maken met afgebogen golven
elektromagnetische straling waardoor wij het effect dat ik hiervoor beschrijf
niet kunnen zien.
Als zwaartekrachtlenzen zich niet
zouden voordoen en elektromagnetische straling had puur in een rechte lijn
rechtdoor gegaan dan hadden wij een heel ander universum waargenomen en dat ook
niet had kunnen bestaan. Alle straling en andere materie had dan linea recta
naar de buitenzijde van ons universum bewogen.
Hoe leger de ruimte (vacuüm), hoe
rechter een golf elektromagnetische straling zich zal verplaatsen. Dit geldt
ook voor objecten, geen straling geen baanbehoud.
De elementaire energie die dus nodig
is om een foton op die lichtsnelheid - onder correctie van de sterkte van het
vacuüm ter plaatste - te brengen is die met de kracht van het vacuüm dat de
eerste hoofddimensie loslaat op ons universum. Deze verhouding gaat natuurlijk
op voor alle andere materie in ons universum onder correctie van hun massa. Dit
gegeven zegt natuurlijk enorm veel over de hoedanigheid- en krachten van de 1e
hoofddimensie (ik denk in ordes van bijvoorbeeld c2). Het is
bijvoorbeeld niet zo sterk om elektromagnetische straling over diens maximale
snelheid zoals wij die waarnemen te trekken, want dat zou een sterkte vragen
die in die staat blijkbaar niet voorhanden is. Ik zou dit graag verder
onderzoeken.
Door natuurkundige of scheikundige
processen kunnen wij via het manipuleren van materie snelheid toevoegen aan
objecten bovenop die al vanuit de 1e hoofddimensie op het object
worden uitgeoefend.
Hoe verder objecten (sterrenstelsels
bijvoorbeeld) zich aan de rand van ons universum bevinden hoe minder de
aantrekkingskracht intern en gaat de aantrekkingskracht naar de eerste
hoofddimensie relatief steeds meer overheersen met gevolg dat de snelheid van
het object richting buitenzijde van het universum gaat toeneemt.
De objecten waaraan snelheid is
toegevoegd verliezen die snelheid na verloop van tijd. (Op een object als de
Aarde snel en in de ruimte relatief langzaam). Dit komt door de
aantrekkingskracht tussen die objecten. De oorspronkelijke snelheid van de
objecten in hun elementaire opbouw blijft gelijk.
Ik denk dus dat als er geen donkere
energie zou bestaan een foton in het vacuüm van ons universum zich niet met de
snelheid van het licht zou kunnen verplaatsten. Onmogelijk zelfs. De snelheid
zou gewoon in het beste geval net als bij een explosie hier op aarde
exponentieel afnemen naar gelang de afstand toeneemt, zeker niet in de vorm van
energie.
Die beantwoorden aan precies
dezelfde wet. Zij hebben alleen veel meer massa dan het foton. Daardoor worden
zij (veel) langzamer naar de buitenzijde van het vacuüm getrokken.
Spin
Een elementaire deeltje zoals een foton
heeft een spin, een massa (altijd) en een lading. In de natuurkunde zie ik voor
het foton een spin van 1, dat houdt in dat er 3 mogelijkheden zijn, +1; 0 en
-1. Zonder hier al te diep op in te gaan vraag ik mij af of dit wel helemaal
juist is. Een foton moet volgens mijn redeneringen rustmassa hebben en daardoor
op zijn minst een spin ongelijk aan 0 hebben.
Magnetisch moment
Nu er een magnetisch moment voordoet
kunnen fotonen elkaar – weliswaar op zeer kleine kracht onderling – aantrekken.
Hierdoor kan het aantrekking vanuit ook andere objecten doorgeven. (Doorgifte
gravitatie). Dit effect (1/r2) door de enorme hoeveelheid straling
die heerst in ons universum voldoende om de gezochte donkere materie te
verklaren.
Op basis van argumenten denk ik dus
dat fotonen wel massa moeten hebben. Zij hebben een spin ongelijk 0 en een
magnetisch moment. Daarom kan een foton ook niet elektrisch neutraal zijn. We
zien in ieder geval dat fotonen interactie met elektronen laten zien voor zover
de toestand van de elektronen dat toelaat. (Vrijlaten of invangen van een foton
bij baanverandering rond de kern of, bijvoorbeeld in het dynamische spel van
fotonen en elektronen in- en rond een staafmagneet). Fotonen hangen
klaarblijkelijk ook graag rond in de buurt van elektronen. Hier komt een eind
aan als fotonen in massa loskomen van de nabijgelegen elektronen en zich gaan
verplaatsen als elektromagnetische golven. (In elektromagnetische golven
bevinden zich ook in beginsel geen elektronen als onderdeel van de golf).
Copyright Fred Baumgart
Geen opmerkingen:
Een reactie posten