Dimensies, een
benoeming van het aantal dimensies van het heelal voor de ontlading die ons
universum veroorzaakte.
Ik ga er in de behandeling van uit dat
de lezer van dit bericht datgene wat ik in mijn oorspronkelijke theorie hierover
heb geschreven heeft gelezen zodat ik niet in herhalingen hoef te treden.
In mijn gedachten heb ik mij menigmaal
afgevraagd uit hoeveel dimensies dit oerheelal, deze oervorm die ook nog steeds
van kracht is buiten ons universum, bestaat. Er kwamen twee mogelijke aantallen
in dimensies naar voren in mijn gedachten:
1. 0 Dimensies;
2. 1 Dimensie.
Meer dan een dimensie viel bij mij af
omdat onze werkelijkheid naar mijn overtuiging uit vier dimensies bestaat.
Namelijk: lengte; breedte; hoogte en tijd. Meer dimensies kan ik mij wel
voorstellen maar die zijn naar mijn inzicht niet relevant voor de verdere
verklaring van onze werkelijkheid, noch van het aantal dimensies in het door
mij aangeduide oerheelal.
Ad 1. De mogelijkheid van een 0 -
dimensionaal model is bij afgevallen omdat 0 simpelweg niets betekent. 0 Is een
toestand van niets en dat verzet zich op alle manieren tegen wat wij om ons
heen zien, onze werkelijkheid, want wij (ons universum) (is) zijn er.
Ad 2. De benoeming die er voor mij overbleef
was dus logischerwijs die van 1 dimensie. Deze 1 - dimensionale toestand moet
dus wel over bepaalde kenmerken beschikken wat het kan niet uit niets bestaan.
Het moet de kenmerken hebben van waaruit onze 4 - dimensionale werkelijkheid in
zich bergt en kan ontstaan.
Dit korte bericht is dus een beknopte
toevoeging in toekenning van het aantal dimensies op mijn oorspronkelijke
gepubliceerde theorie. In de theorie heb ik al mijn visie op de paradoxale
toestand van deze 1 - dimensionale toestand beschreven waarnaar ik dus
kortheidshalve moet verwijzen want anders verval ik in herhalingen en dat maakt
het lezen in mijn ogen moeilijker.
Een 1 - dimensionale toestand is dus
niet "niets". De 4 -
dimensionale toestanden zoals onze werkelijkheid zijn slechts het gevolg van (tijdelijke)
ontladingen die vanzelf weer verdwijnen en terug vervallen in de 1 -
dimensionale vorm van eenheden van ontstaansenergie uit de paradox die ik
benoemd heb in mijn theorie.
Het vacuüm zoals ik dat benoemd heb in
mijn oorspronkelijke theorie als vacuüm type 3 ontstaat uit de 1e dimensie. Hierover meer in mijn volgende bericht.
Hoofd-dimensies en
sub-dimensies
Nu ik voor mijzelf de eerste dimensie
heb kunnen benoemen kan ik een aantal zaken nader op een rijtje zetten en hun
nadere kenmerken overwegen. Vanuit mijn theorie kan ik het volgende onderscheid
maken:
1. De eerste hoofd-dimensie en;
2. De tweede hoofd-dimensie.
KENMERKEN VAN DE EERSTE- EN TWEEDE HOOFDDIMENSIE
Ad 1. De eerste dimensie, het oerheelal,
bestaat volgend uit mijn theorie uit vier sub-dimensies in willekeurige
volgorde:
A. Geen afstand;
B. Oneindige afstand;
C. Geen tijd en;
D. Oneindige tijd.
Daar deze 4 sub-dimensies geen massa
(wel de paradoxale voorwaarden tot het vormen van massa) bevat is zijn deze
vier sub-dimensies verenigd in een entiteit, de eerste dimensie. In deze
dimensie is dus ook geen sprake van tijd zoals wij dat ervaren. Deze dimensie
is tegelijkertijd niets en oneindig en alles wat er tussen in ligt. In mijn
oorspronkelijke theorie ben ik al uitgebreid ingegaan tot welke paradoxale
toestand dit leidt zodat ik het hier niet verder zal herhalen.
In mijn eerdere publicaties heb ik
geschreven over de mogelijkheid van de kleinst mogelijke eenheid, die van 1
eenheid van ontstaansenergie. Vanuit de paradox die ik beschreven heb denk ik
nog steeds dat dit zeer wel mogelijk moet kunnen zijn en dat er een oneindige
hoeveelheid ontstaansenergie moet zijn.
Vanuit dit denkbeeld denk ik dan meteen
dat er dan ook meteen sprake moet zijn van ruimte tijd in deze eerste dimensie,
maar dit is allerminst zo. Deze eenheid van ontstaansenergie is niet deelbaar
en kan ook niet trillen. Daar trilling ontbreekt kan er ook geen sprake zijn
van ruimte-tijd zodat deze eerste dimensie een aparte en eigen entiteit vormt.
Het kunnen dus ook geen snaren zijn want snaren trillen en zouden dus - hoe
klein dan ook - voldoen aan de
voorwaarde van trilling en zouden dus - als zij bestaan - tot de tweede
dimensie behoren.
De eenheid van ontstaansenergie is
massa-loos. Als een eenheid van ontstaansenergie massa zou hebben dan zou je
theoretisch ook kunnen verplaatsen van het ene deeltje naar het andere en dan
speelt meteen de ruimte-tijd weer een factor. Dus massa valt af in de eerste
dimensie.
Blijft dus over de massa-loze toestand
in een oneindige aaneenschakeling.
Deze aaneenschakeling stel ik voor als
een soort van aan elkaar geschakelde plus min situatie maar met bepalend
kenmerk dat deze situatie allerminst in evenwicht is. De plussen kunnen in
overwicht zijn of visa versa. Dat deze situatie niet in evenwicht kan zijn
volgt simpelweg uit het oneindige karakter van deze eerste dimensie. Oneindig
is oneindig en kan dus niet in evenwicht zijn. Let wel, ik heb het dus niet
over de situatie binnen ons universum maar over die daarbuiten en van die van voor
onze werkelijkheid.
Zeer wel mogelijk dat zich in deze
massa-loze toestand "rimpelingen" of andere onregelmatigheden die een
ontlading veroorzaken kunnen voordoen. In deze eerste dimensie is ook alle
energie - in oneindige vorm - latent aanwezig.
Als een soort kettingreactie kunnen de
plus-min ontstaansenergiedeeltjes in elkaar proberen op te gaan. Dit leidt tot
een soort reacties in het oerheelal waarbij het aanwezige patroon in een zeer
heftige mate verstoord wordt. In ieder geval komt er een deel van de aanwezige
oneindige hoeveelheid ontstaansenergie vrij. Een van de restproducten die dan
ontstaan zijn de overblijvende ontstaansenergiedeeltjes van de overheersende
plus- of min variant.
De kettingreactie geeft ter plaatse een zodanige verandering in het aanwezige geschakeerde patroon dat er zowel klontering en positieve en negatieve keuzes ontstaan alswel een grote echte leegte in de omgeving van de ontlading. In deze "grote echte leegte" is er overwegend afwezigheid van de aaneengeschakelde massa-loze deeltjes van ontstaansenergie. Dit is dus echt "leeg"!
De kettingreactie geeft ter plaatse een zodanige verandering in het aanwezige geschakeerde patroon dat er zowel klontering en positieve en negatieve keuzes ontstaan alswel een grote echte leegte in de omgeving van de ontlading. In deze "grote echte leegte" is er overwegend afwezigheid van de aaneengeschakelde massa-loze deeltjes van ontstaansenergie. Dit is dus echt "leeg"!
Voordat de uitdijing is begonnen (iets van waarvan in de natuurkunde wordt uitgegaan als de start van ons universum) moet er dus nog een onverbrekelijke gebeurtenis zijn geweest in de geboorte van ons universum die mee moet tellen in de datering van de leeftijd daarvan. Naar mijn mening moeten wij de leeftijd van ons universum naar boven gaan bijstellen. Dit los van leeftijdsverhogende factoren die ik in mijn oorspronkelijke theorie heb geopperd.
Binnen de in de hierboven genoemde oerheelal-leegte
vormt zich in alle heftigheid dus een universum, zoals bijvoorbeeld onze
werkelijkheid. (Zie voor de terminologieën die ik gebruik voor mijn definities
mijn oorspronkelijke theorie. Ons universum is onze werkelijkheid en het heelal
is alles inclusief alle andere universa. Het oerheelal is het heelal waarin de zich daarin bevindende universa (werkelijkheden) vormen) .
Deze "grote leegte" is een
vacuüm type 3 waarover ik spreek in mijn theorie. Aan de buitenzijde van dit
vacuüm is geen krimp Want de plus-min schakering blijft daarbuiten in het
oerheelal min of meer intact.
Binnen in deze leegte is het een ander
verhaal. Het universum in het midden moet gaan uitdijen omdat de klontering tijdens
de ontlading weer vervalt en de lege ruimte weer gaat egaliseren om de interne
(onregelmatige) plus-min orde weer te
herstellen.
Deze grote leegte in het oerheelal is er
dus een van naar onze maatstaven ongekend grote afmeting. Immers, in ons geval
van ons universum moet het na het verval van ons universum weer deze leegte
egaliseren en opvullen.
Wij kennen deze werking als donkere
energie.
Ik stel het in mijn uitleg iets simpeler
voor want er kunnen zich natuurlijk in het proces van opvullen (de manifestatie
die wij donkere energie noemen) ook nog andere situaties voordoen zoals die van
overlappingen met andere vervallende universa al dan niet in andere stadia.
Hierdoor kunnen bijvoorbeeld patroonverschillen in de uitoefening van de
werking van wat wij donkere energie noemen verschillen.
Universa kunnen dus gelijktijdig
ontstaan of overlappend in tijd ten opzichte van elkaar ontstaan. Het is ook
mogelijk dat een universum ontstaat op een plaats in het massaloze min-plus
patroon waar eerder al een of talloze andere universa zijn vervallen tot het
oerpatroon.
Elke keer bij de geboorte van een
universum ontstaat daar de "tijd" plaatselijk opnieuw. Er is dus
sprake van tijd als er situatie is ontstaan van - geklonterde - deeltjes die
massa vertegenwoordigen en in de omstandigheden komen te verkeren om te kunnen
trillen. Dit trillen van deze geklonterde deeltjes met massa schept de
voorwaarde om volgtijdig gebeurtenissen te laten voltrekken. De tweede dimensie
met zijn kenmerken van lengte, breedte, hoogte en tijd is daar dan van
toepassing.
De tijd in een universum eindigt in zijn totaliteit als alle materie van dat universum is vervallen tot de oorspronkelijke staat van het oerheelal. Dit verdwijnen van de tijd zijn dus plaatselijke verschijnselen binnen het steeds verder vervallende universum.
De tijd in een universum eindigt in zijn totaliteit als alle materie van dat universum is vervallen tot de oorspronkelijke staat van het oerheelal. Dit verdwijnen van de tijd zijn dus plaatselijke verschijnselen binnen het steeds verder vervallende universum.
De eerste dimensie kun je ook niet
voorstellen als een punt want een punt moet ook weer een
"buitengebied" hebben en dat kan niet want de eerste dimensie is
oneindig.
Kan er rondom de eerste dimensie nog een
situatie bestaan die leeg is, dus afgezien van de lege ruimtes in het plus-min
patroon die ik hiervoor genoemd heb ?
Ik denk het niet.
Zoals ik hiervoor en in mijn theorie heb
beredeneerd is de eerste dimensie oneindig. Een buitenruimte, zelfs als die uit
helemaal niets - ook geen massaloze deeltjes - zou bestaan dan zou dat inhouden
dat er een grens aan de eerste dimensie bestaat. Dit kan niet want dat zou dan
betekenen dat de eerste dimensie dus eindig zou zijn. De voorwaarden van de
paradox die ik benoemd heb in mijn theorie zouden dan komen te vervallen. Onze
werkelijkheid zou dan niet mogelijk zijn en wij en ons universum zouden er dan
niet zijn. Alles zou dan in beginsel in evenwicht zijn en dan is de voorwaarde
tot een ontlading vervallen. Bovendien zou je dan ook weer kunnen spreken van
een 2e dimensie-achtige situatie.
De lege (intergalactische) ruimte in vergelijking met het vacuüm type 3.
In tegenstelling tot het vacuüm type 3 is de intergalactische ruimte (waartoe ik mij hier even beperk omdat dit het meeste spreekt) niet geheel leeg en ontdaan van alle deeltjes die massa vertegenwoordigen. Straling, hoe ijl dan ook komt hier nog steeds voor. Ook de onuitrekbaarheidscoëfficiënt (zie mijn vorige bericht) speelt hier een nog maar een kleine rol.
Ad 2. De tweede dimensie (inclusief onze
werkelijkheid) bestaat uit de volgende sub-dimensies:
A. Lengte;
B. Breedte;
C. Hoogte en;
D. Tijd
Hier kan ik even weinig aan toevoegen,
behalve dat ik in de verwoording van mijn denkbeelden in mijn theorieën en
gedachten behoefte had aan een nadere rangschikking van dimensies om mijn visie
op het heelal te beschrijven.
Dag Fred,
BeantwoordenVerwijderenJe inzichten vind ik erg interessant en heb ik met plezier gelezen.Hier is 'voer voor discussie' natuurlijk welk waarschijnlijk ook de bedoeling is... Graag wilde ik een opmerking plaatsen bij 2.1. Ad 1, namelijk waarin je stelt dat 0 - dimensionaal simpelweg niets betekent. Dat wil ik weerleggen, omdat in dit geval een 0- dimensionale toestand (waarin zich dus geen dimensies voordoen)een duiding is van die toestand, waarin TR volledig afwezig zijn (ook overbodig, of zo je wil onmogelijk, in 1D geldt dan T=R maar zonder begin/ einde). Daarnaast is 'niets' natuurlijk niet gelijk te stellen met 0 , waarin m.i. een filosofisch en wiskundig begrip zonder meer zouden zijn samengevoegd vanuit verschillende betekenis. ) dimensies suggereert dan wel direct een wiskundige betekenis, waarin het universum dan in een punt zou hebben bevonden. Soms denk ik wel eens, dat het ongedefinieerde van de 0 - dimensionale wereld juist de verklarende factor zou kunnen zijn , waarom zich ergens een 'niets' bevindt, dat feitelijk niet 'kan' volgens onze ideeën. Ik hou me bezig met het begrip "0'' en 'niets', en verwonder me dat ze wellicht een grote rol zouden kunnen spelen.
Volgens mij zijn dimensies pas ontstaan wanneer het punt dat zich het dichtste bij '0'( of zo je wilt 'niets') bevond dimensie nodig ging hebben om te bestaan 't.o.v.'dat niets of 0. Hoe dicht bij ) kun je komen om nog van dimensie te spreken?
Met vriendelijke groet,
Jimmy
Hallo Jimmy,
BeantwoordenVerwijderenDank voor je reactie, zeer gewaardeerd!
Ik begrijp je dilemma's waarvoor ook jij je gesteld ziet. Ik ga verder op de vraagstelling in in een tekst die ik van plan was te publiceren als dit bericht een beetje bezonken was. Ik hoop dat ik mijn gezichtspunten in mijn volgende tekst verder kan verduidelijken.
Ik zie je verdere reacties met belangstelling tegemoet!
Met vriendelijke groet,
Fred